De naam voor een belangrijk onderdeel van de Amerikaanse buitenlandse politiek die president Truman in 1947 introduceerde.
In een toespraak op 12 maart 1947 stelde de president dat de Verenigde Staten steun behoorden te geven aan vrije volken die zich verzetten tegen pogingen tot onderwerping door gewapende minderheden of druk van buitenaf. Truman toonde zich vastbesloten de groeiende invloed van het communisme een halt toe te roepen, zonder dat overigens rechtstreeks in zijn speech te noemen.
De directe aanleiding voor deze stellingname was de aankondiging van de Britse regering, dat om financieel economische redenen de steun aan de anticommunistische groeperingen in de Griekse burgeroorlog moest worden beëindigd. Het Amerikaanse Congres stelde vervolgens fondsen beschikbaar om landen te helpen die door het communisme werden bedreigd. Het Marshall-plan dat enkele maanden later werd aangekondigd, paste in de Truman-doctrine.
De Truman-doctrine of Truman-leer werd geconcretiseerd in de containmentpolitiek die in de Koreaanse oorlog (1950-53) voor het eerst een militair karakter kreeg.
De toespraak van Truman markeerde het einde van de isolationistische politiek van de Verenigde Staten.