Turks politicus; premier van 1950-60.
Adnan Menderes werd in Aydin in het zuidwesten van Turkije geboren. Toen in 1934 de Turken op bevel van Moestafa Kemal een achternaam moesten aannemen, koos hij voor Menderes, de naam van een rivier die vlak bij zijn geboorteplaats stroomde. In de Oudheid heette de rivier de Meander. Na de dood van zijn ouders erfde hij uitgestrekte landerijen; hij groeide op bij zijn grootmoeder in Smyrna (Izmir). In 1917 werd hij voor militaire dienst opgeroepen. Menderes nam na de Eerste Wereldoorlog deel aan de opstand tegen de Grieken die Smyrna hadden bezet. Als luitenant diende hij in het leger van Moestafa Kemal dat Smyrna op de Grieken heroverde. Daarna wijdde hij zich aan het beheer van zijn bezittingen.
In 1931 ging hij in de politiek. Door tussenkomst van Moestafa Kemal werd hij tot lid van de Nationale Assemblée benoemd. Ondertussen studeerde hij rechten in Ankara. In 1945 stichtte Menderes de Democratische Partij, die wat programma betreft niet veel van de regerende Republikeinse Volkspartij afweek, maar wel de eerste Turkse oppositiepartij was. Menderes bleek een zeer bekwaam organisator die grote massa's kon bespelen. Bij de verkiezingen van 1950 behaalde de Democratische Partij een daverende overwinning op de Volkspartij. Deze verkiezingen waren de eerste echte vrije verkiezingen in Turkije.
Onder premier Menderes werd Turkije in 1951 lid van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. In 1959 accepteerde hij de Britse beslissing om het door Turkije begeerde Cyprus onafhankelijkheid te geven.
Economische problemen leidden aan het eind van de jaren vijftig tot ernstige onlusten in Turkije. Menderes trok de macht naar zich toe, maar werd in 1960 door het leger opzij gezet. Wegens `verraad' werd hij op 17 september 1961 opgehangen.