Gepubliceerd op 13-06-2017

Khadaffi, Moammar al- (1941)

betekenis & definitie

Sinds 1969 de leider van Libïe, vanaf 1977 president.

Moammar al-Khadaffi was de zoon van een bedoeïen. Hij studeerde aan de universiteit van Libië en voltooide in 1965 een opleiding aan de militaire academie in zijn land. Op 1 september 1969 stond hij als kolonel aan het hoofd van een groep revolutionaire officieren, die koning Idris ten val brachten. Khadaffi werd opperbevelhebber van de Libische strijdkrachten en voorzitter van de Revolutionaire Raad. Hij was voortaan de sterke man in Libië.

In zijn eerste jaar als leider van Libië liet hij alle joden en Italianen het land uitzetten. Verder sommeerde hij Groot-Brittannië en de Verenigde Staten de door hen gebruikte militaire bases te ontruimen. Khadaffi was een aanhanger van het Arabisch socialisme en streefde naar een leidende rol in de panarabische beweging. In 1973 nationaliseerde hij de bezittingen van buitenlandse oliemaatschappijen en verbood gokken en het gebruik van alcohol; Khadaffi presenteerde zich als een vrome moslim die consequent de voorschriften van de koran wilde toepassen.

Khadaffi werd in 1977 president met de rang van generaal-majoor; hij bleef zich echter kolonel noemen. Libië raakte onder zijn leiding in conflict met landen als Egypte, Sudan, Tunesië, Marokko en vooral met Tsjaad waar Libische troepen jarenlang meededen aan een burgeroorlog.

Door Khadaffi's radicale optreden raakte Libië in een internationaal isolement. De Libische leider gebruikte de olie-inkomsten om steun te verlenen aan de PLO, de IRA en andere terroristische bewegingen. Zijn agressie richtte zich vooral tegen Israël en de Verenigde Staten. In april 1986 voerde de Amerikaanse luchtmacht aanvallen uit op de Libische steden Tripoli en Bengasi als vergelding voor Khadaffi's (vermeende) betrokkenheid bij een bomaanslag op een Berlijnse discotheek, waarbij een Amerikaanse militair was gedood. Bij deze luchtaanvallen kwam een zoon van Khadaffi om het leven. Aan het einde van de jaren tachtig stelde Khadaffi zich wat gematigder op om zijn geïsoleerde positie te doorbreken.



Die poging werd doorkruist door de Lockerbie-affaire. Op 27 december 1988 ontplofte een Amerikaans passagiersvliegtuig boven het Schotse dorp Lockerbie. Alle 259 inzittenden van de Boeing-747 en elf inwoners van Lockerbie kwamen daarbij om het leven. Op 19 september 1989 verongelukte een Frans toestel boven Niger, waarbij (eveneens alle) 171 passagiers de dood vonden. Na een uitgebreid onderzoek kwamen Fransen, Britten en Amerikanen tot de overtuiging dat leden van de Libische geheime dienst beide bommen hadden geplaatst, en eisten op 13 november 1991 hun uitlevering. Toen Libië niet op dit verzoek inging en evenmin gehoor gaf aan een resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties waarin hetzelfde werd gevraagd, werden op 15 april 1992 sancties tegen Libië van kracht. Een onderdeel van de sancties was een verbod op luchtverkeer naar Libië.

Door de VN-sancties brokkelde het gezag van Khadaffi in eigen land af. In de loop van de jaren negentig groeide de binnenlandse oppositie tegen hem; verschillende stammen zegden het vertrouwen in de Libische leider op, en kwamen in opstand. Weliswaar werden die opstanden neergeslagen, maar de machtsbasis van Khadaffi werd steeds smaller.

< >