De Grondwet bevat op de vrijheid om een huwelijk aan te gaan een enkele uitzondering. Een Koning kan wel huwen zoals een gewone burger, maar als hij zonder overleg met de Staten-Generaal trouwt, doet hij daardoor afstand van het koningschap.
Wil dit voorkomen worden, dan moet bij de wet toestemming voor het huwelijk zijn verleend. Een dergelijke toestemmingswet komt tot stand volgens een bijzondere procedure. De Staten-Generaal moeten over een voorstel van wet beraadslagen en besluiten in verenigde vergadering. De toestemmingswet is bedoeld om te voorkomen dat de Koning iemand trouwt die het koningschap in diskrediet zou kunnen brengen. Het is overigens de vraag of zo’n wet die garantie kan bieden.De regeling inzake de toestemmingswet geldt niet alleen voor het huwelijk van de Koning. De Grondwet bepaalt dat, als iemand die het koningschap kan beërven een huwelijk aangaat zonder toestemming van de wetgever, hij met de uit dat huwelijk geboren kinderen en hun nakomelingen van de erfopvolging is uitgesloten. De regering is van oordeel dat onder een huwelijk in grondwettelijke zin is te verstaan een huwelijk tussen een man en een vrouw, niet een geregistreerd partnerschap.
Het is nog niet voorgekomen dat een regerend vorst(in) trouwde buiten gemeen overleg met de Staten-Generaal. Wel zijn enige personen die het koningschap konden beërven zonder toestemming van de wetgever in het huwelijk getreden: prinses Irene (1964), prinses Christina (1975) en prins Johan Friso (2004).