Kasteel op de Veluwe, ten noorden van Apeldoorn, dat dienst doet als particulier buiten- en logeerverblijf van de koninklijke familie. De koningin huurt Het Oude Loo van de Staat, die in 1968 eigenaar van het kasteel werd.
Voordien was het eigendom van de Oranjes.Prins Willem III, een hartstochtelijk jager, kocht kasteel (of Huys) Het Loo in 1684 van Johan van Ulft, heer van Laeckhuijsen. ‘Loo’ betekent ‘open plek in het bos’. De eerste vermelding van het huis dateert reeds van 1439, toen een zekere Udo Talhout genoemd werd als de eigenaar. In de loop der jaren is de versterkte boerenhoeve uitgebreid tot een rechthoekig, omgracht kasteeltje. Het kasteel bleek voor prins Willem III al snel te klein te zijn en daarom liet hij in de naaste omgeving een groter jachtslot bouwen: paleis Het Loo. Sinds de bouw van dat paleis heet het kasteel Het Oude Loo. In de negentiende eeuw toonden de koningen aanvankelijk weinig belangstelling voor het kasteel, maar de latere koning Willem III bleek reeds als Prins van Oranje een andere mening toegedaan.
Met zijn broer, prins Alexander, en vrienden bedreef hij rond Het Oude Loo de valkenjacht. Het oude kasteel werd gebruikt als hoofdkwartier van een exclusieve valkeniersclub die Royal Hawking Club genoemd werd. In het kasteeltje herinnert de zogenaamde Clubkamer nog aan deze club. De valkenjacht was in periode 1837-1855 erg populair op Het Loo.
Koning Willem III schonk het kasteel in 1858 aan zijn oudste zoon, die er echter niet veel enthousiasme voor toonde. Dit in tegenstelling tot koningin Wilhelmina, die het in het begin van de twintigste eeuw grondig liet restaureren onder leiding van de bekende architect P.J.H. Cuypers. De koningin werkte zelfs een tijdje eigenhandig mee om de onder het bewind van koning Lodewijk gedempte gracht in ere te herstellen.
Na de Tweede Wereldoorlog vonden er op instigatie van Juliana en Wilhelmina de zogenaamde Oude Loo-conferenties plaats, waar gesproken werd over religieuze en mystieke onderwerpen. Nadat Het Oude Loo in 1968 eigendom van de Staat was geworden, vond nogmaals een ingrijpende restauratie plaats. Die kwam gereed in 1976. Het is niet toegankelijk voor publiek. Wel wordt in het voorjaar gedurende enkele maanden het park van het kasteel opengesteld. Daar bevindt zich ook de dierenbegraafplaats van Het Loo.
