Gepubliceerd op 29-06-2020

Johanniter Orde

betekenis & definitie

De Johanniter Orde heeft als doelstelling het bieden van hulp aan zieken, bejaarden en anderszins hulpbehoevenden, zonder onderscheid des persoons. Vanwege deze doelstelling, het verzorgen van zieken in oorlogs- en vredestijd, worden leden van de Johanniter Orde ook wel hospitaalridders genoemd.

De Nederlandse tak van de orde is opgericht door prins Hendrik in 1909. Prins Bernhard was tot zijn dood landcommandeur. Nog steeds is de orde bestuurlijk actief in een aantal ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingstehuizen in Nederland. Daarnaast zijn vrijwilligers en medewerkers van de stichting Johanniter Hulpverlening werkzaam op het gebied van ondersteuning van patiënten, het begeleiden tijdens vakanties van chronisch zieken en gehandicapten, en het organiseren van vakantieweken voor deze doelgroepen. De orde vindt haar oorsprong in een hospitaal in Jeruzalem, dat in 1023 was gesticht ten behoeve van pelgrims; schutspatroon is Johannes de Doper. Door het opdringen van de Turken moest de zetel achtereenvolgens verlegd worden, uiteindelijk naar Malta.

In 1530 stond keizer Karel V dit eiland aan de orde in soevereiniteit af. Sindsdien spreekt men van Maltezer Ridders. Tijdens de Reformatie onderging de orde grote veranderingen; zo werd onder meer de provincie ‘Duitsland’ protestants. In 1909 werd in Nederland een Commanderij van de Johanniterorde opgericht op initiatief van prins Hendrik, aanvankelijk onder de naam Orde van St.-Jan, maar sedert 1958 Johanniter Orde in Nederland geheten. Van de rooms-katholieke Maltezer Orde bestaat in Nederland sinds 1911, in België sinds 1932 een afdeling.De Johanniter Orde wordt bestuurd door het kapittel, onder leiding van de landcommandeur. Op 19 juni 1959 sloeg prins Bernhard zijn oudste dochter tot erecommandeur. Prins Willem-Alexander is sinds 1996 rechtsridder van de Johanniter Orde. De Kanselarij van de Orde is gevestigd aan het Lange Voorhout in Den Haag. Zie ook Bruderschaft Sankt Christoph > Illustre Lieve Vrouwebroederschap > vrijmetselarij.

< >