Gepubliceerd op 29-06-2020

hofkleding

betekenis & definitie

Een onderdeel van de hofetiquette is het hanteren van kledingvoorschriften. In 1815 vaardigde koning Willem I een aantal kledingvoorschriften uit die vermoedelijk een voortzetting waren van de regels die aan het hof van zijn vader, stadhouder Willem V, golden.

Dames dienden zich aan het hof te kleden in japonnen met korte mouwen en lange slepen. Zij droegen daarbij lange witte leren handschoenen en aan de voeten schoenen van stof. Het decolleté zal overeenkomstig de destijds gangbare empire-mode geweest zijn. In 1826 werd hieraan toegevoegd dat dames een ‘manteau de cour’ dienden te dragen: losse slepen die aan de japon konden worden vastgehaakt. Wie een uitnodiging had ontvangen voor een bal, een thé dansant of een déjeuner, mocht met een korte sleep of zonder sleep verschijnen. Het voordeel van een losse sleep was dat dames hun jurk zonder sleep als baljurk konden gebruiken, want met een sleep was dansen niet mogelijk.

De regels ten aanzien van hofkleding vervaagden in de tweede helft van de 19e eeuw. Toch was bijvoorbeeld aan het begin van de 20e eeuw de lengte van een hofsleep nog strikt gereguleerd. Vorstinnen droegen slepen van 4 meter, prinsessen een sleep van 3,75 meter, andere dames 3,5 meter en jonge meisjes een sleep van 3,25 meter. Sluiers waren aan het Nederlandse hof, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Britse, niet verplicht. Bij haar inhuldiging in 1898 droeg koningin Wilhelmina er geen, haar moeder koningin Emma wel.Van de 19e-eeuwse Oranjevorstinnen is nauwelijks kleding bewaard. Van koningin Wilhelmina is wel een aantal jurken bewaard gebleven. Het is in haar geval lastig onderscheid te maken tussen japonnen te dragen bij audiënties, diners, theaterbezoek en bals. Tot de Eerste Wereldoorlog was het gebruikelijk de japonnen te typeren aan de hand van de halslijn. Die was hoog, halfhoog of laag. De rokken waren vrijwel altijd slepend.

Hooggesloten japonnen met halflange of lange mouwen konden gedragen worden bij audiënties en bezoeken buitenshuis. Zij konden aangeduid worden als middagjaponnen. Dinerjaponnen hadden meestal een vierkante of halfhoge ovale halslijn en korte mouwen. Ze konden echter ook, al naar gelang de gelegenheid, hooggesloten zijn. Dinerjaponnen konden ook gedragen worden voor theaterbezoek. Baljaponnen hadden een lage hals en korte mouwen.

Als de koningin buitenshuis een sleepjapon droeg, dan nam zij de sleep op met de linkerhand. Na de Eerste Wereldoorlog raakten slepen uit de mode, maar de koninginnen Emma en Wilhelmina bleven ze nog wel enige tijd dragen. De regels over de hofkostuums uit 1815 bevatten ook bepalingen voor perioden van rouw. Die regels zijn in de 19e eeuw praktisch onveranderd gebleven. Als gevolg van de schaarste tijdens de Eerste Wereldoorlog en de crisisjaren was er sprake van een versobering van het hofleven en werd niet langer toegezien op de naleving van de kledingvoorschriften.

Sinds het eind van de 20e eeuw zijn de regels rond hofkleding sterk versoepeld. Was vroeger jacquet voorschrift voor heren bij een (individueel) bezoek aan het hof; tegenwoordig gaat alleen de minister van Buitenlandse Zaken in jacquet als hij samen met de koningin de ambassadeurs ontvangt die hun geloofsbrieven komen aanbieden.

Zie ook etiquette hofrouw kledingvoorschriften protocol.

< >