Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Liberalisme

betekenis & definitie

Liberalisme, richting die persoonlijke vrijheid verlangt en gekant is tegen heerschappij van dogma's. In de politiek wenst het liberalisme staatsbestuur, gebaseerd op een grondwet, met ruime deelneming van de burgers aan het bestuur.

In het verleden kwam het liberalisme op economisch gebied op voor de vrije ontwikkeling van de macht van de burgerij (bourgeoisie). Het liberalisme gaat terug op de ontwikkeling van de mens als individuele persoonlijkheid tijdens de → Renaissance en ontplooide zich sterk in de 18e eeuw onder invloed van de denkbeelden van de Verlichting. Op economisch gebied streefde het liberalisme naar vrijheid van de ondernemer en steunde daarbij op Adam Smith's An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations (1776). Smith pleitte voor staatsonthouding op economisch gebied (laissez-faire). De naam liberalen werd het eerst gebruikt in Spanje als partijnaam voor de voorstanders van de grondwet van Cadiz (1812), welke naam door burgerlijke democraten in Europa werd overgenomen. De veel geroemde vrijheid van de ondernemer bleek in de praktijk ernstige schaduwzijden te hebben; de opkomst van het socialisme en de vakbeweging, die sociale en economische zekerheid hoger waardeerden dan de liberalen, leidde tot sterke achteruitgang van het liberalisme als politiek-economische theorie. Het liberalisme van na de Tweede Wereldoorlog erkent de regulerende functie van de staat in het sociale en economische leven, maar blijft zich verzetten tegen staatsalmacht.

< >