wanneer ten gevolge van chronische inwerking van gif (alcohol, infectievergiften, zoals bij tuberculose, syfilis, malaria, enz.) overmatig veel levercellen vernietigd worden, dan worden deze voor een deel alleen door littekenweefsel vervangen. Daardoor wordt de lever aanvankelijk vergroot en verhard.
Spijsverteringsstoomissen, vol gevoel, misselijkheid, gebrek aan eetlust doen zich voor. In de loop van de tijd schrompelt het bindweefsel in, de lever wordt kleiner en verdwijnt zover onder de ribbenboog, dat hij niet meer voelbaar is. Dan ontstaan stuwingen in de poortader, verwijdingen van de aderen van het spijsverteringskanaal en aambeien, ophoping van water in de buik, stuwingen in de benen en onderste organen. Bloedbraken wanneer de verwijde aderen van het spijsverteringskanaal breken. Behandeling: de lever strikt ontzien door voedsel dat absoluut vrij is van elke prikkelende substantie; het best is rauwkost met daarbij kwark, streng verbod van genotvergiften en giftige en chemische medicamenten. Lever stimuleren d.m.v. lendenwikkels en korte wikkels, azijnkompressen. Dagelijks wassing van het gehele lichaam en zitbad.
Inwendig kool om het gif te neutraliseren, zaad van de mariadistel. Homeopathie: Aurum D4-6, Carduus marianus Ø, Plubum D6, Quassia Ø-D3. Biochemie: Kalium phosphoricum D6, Kalium sulfuricum D6 en Natrium sulfuricum D6 om het uur afwisselen. Natrium muriaticum D6 bij verstopping, Kalium chloratum D6, Silicea D12, Calcium fluoratum D12.