(Lues venera): veroorzaakt door de Spirochaeta pallida, een spiraalvormige ziektekiem in bloed en weefselsappen, die door geslachtelijk verkeer, kussen en via wonden van zieken op gezonden wordt overgedragen. Besmetting kan alleen plaats hebben wanneer huid of slijmvlies beschadigd zijn.
Eerst vormt zich op de plaats van besmetting een zweer met harde randen (harde sjanker, primair effect); dit gebeurt 14 dagen tot 3 weken na de besmetting. De zweer geneest, ook wanneer hij niet behandeld wordt, na een paar weken en laat een litteken achter. Ongeveer 8 weken na de besmetting komen de ziektekiemen in het bloed en veroorzaken algemene verschijnselen als uitslag in de vorm van rode vlekken, knobbeltjes, puistjes, woekeringen aan de slijmvliezen van de mond en aan de aars, haaruitval op het hoofd, koorts, hoofdpijn, terneergeslagenheid. In dit tweede stadium wordt ook de bloedserumreactie van Wassermann positief. Het derde stadium is het vergevorderde stadium; de eerste verschijnselen hiervan treden pas 5 of meer jaren later aan het licht. Zweren en knobbels op huid en beenderen, zgn. gummigezwellen, die eerst hard zijn en naderhand zacht worden.
Veranderingen aan de vaten, verwijding van de grote vaten (aneurysma) doen zich daarbij voor. Veranderingen van hersenen en ruggemerg in de laatste stadia leiden tot hersenverweking (paralyse) en ruggemergstering (tabes). Zoals alle geslachtsziekten mag s. alleen door bevoegde artsen behandeld worden. In de natuurlijke behandeling van s. zijn de koortsbehandeling en de uitscheidingsbehandeling van belang.