is een omschakelende en bloedtrekkende wijze van behandelen. De bloedzuiger werkt plaatselijk, maar ook op het hele lichaam.
Plaatselijk belemmert hij stolling, versnelt de lymfestroom, maakt vaatkramp los, gaat stolselvorming tegen en bestrijdt ontstekingen. De algehele werking is bloedzuiverend, ontsmettend, ontsteking tegengaand, stuwing tegengaand, krampstillend, kalmerend en absorberend. Toepassing bij ontstekingen, bloedsomloop en lymfestuwingen, spasmen, angina pectoris, migraine, verhoogde bloeddruk, stoornissen in de menstruatie, vorming van stolsels en daarmee samenhangende ontstekingsprocessen, in het bijzonder in de venen, tegen spataderen, zweren aan het onderbeen, aambeien, lymfklierontsteking, plaatselijke zwelling bij ontsteking in de huid, gewrichten, etterend oor, vaatkramp, verhoogde bloeddruk, aderverkalking, ziekte van Basedow. Wanneer men op ontstekingen of stollingsprocessen wil inwerken, moet men de b. zo mogelijk in de omgeving van de betreffende plek aanzetten; voor de menstruatie in de liesholte, bij oorontsteking achter het oor, enz. Het aantal, tussen 1 en 10 b., is afhankelijk van de grootte en sterkte van de kwaal. De aanzetplek met water en niet-geparfumeerde zeep reinigen. Geen desinfecterende middelen, omdat de b. dan niet bijten. De b. in een klein glaasje opbrengen, tot ze bijten.
Dan het glaasje verwijderen. Dikwijls moet men geduld hebben. Wanneer de b. niet wil bijten kan men een klein kerfje in de huid geven, zodat wat bloed vrijkomt, dat de eetlust van het dier kan opwekken. Het zuigen neemt 20 tot 30 minuten. Dan vallen de dieren vanzelf af. De beet bloedt in fijne streepjes na en men moet dit nabloeden enkele uren laten duren alvorens een steriel verband op de beet aan te brengen.
Een b. zuigt ongeveer 10 15 cc bloed, door het nabloeden gaat nog eens vijf maal zoveel verloren. Men kan rekenen op 50 cc bloed per b.Desgewenst kan de behandeling na 8 14 dagen herhaald worden, speciaal wanneer men harde stolsels zachter wil maken. Wanneer men het zuigen wil onderbreken, bestrijkt men de b. met zout. Hij valt dan dadelijk af. Wanneer men de b. opnieuw wil gebruiken, laat men hem het opgezogen bloed uitbraken door hem in zout water te dompelen. Dan wast men hem met bronwater af en bewaart hem in water op een koele plaats tot de volgende behandeling. Men kan ze doden door ze in azijnzuur te dompelen.
