Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Indūco

betekenis & definitie

duxi, ductum (3);

I. (van duco = trekken)
a. iets over iets heen trekken, om het te bedekken, coria super lateres, Caes., pontem flumini, slaan over enz., Curt. | in ’t bijz., (kledingstukken) aantrekken, soleas in pedes, Cic., calceum sibi, Suet., pass. poët. c. a c c., tunicā inducitur artus, Verg.
b. iets met iets overtrekken, scuta pellibus, Caes., poët., inducta cornibus aurum victima, met vergulde horens, Ov. | in ’t bijz., (het op de wastafeltjes geschrevene) uit-, doorstrijken, vand. = casseren, ongeldig verklaren, doen afspringen, opheffen.
c. (in zijn boek) optekenen, boeken, in rationibus, Cic., pecuniam in rationem, Cic., alci agros pecuniā ingenti, in rekening brengen, Cic.

II. (van duco = voeren)

a. eig., b.v. milites in pugnam, Liv. | in ’t bijz., (iemd in een woning) binnenvoeren, inz. (als vrouw) naar zijn huis voeren, ook = in de arena of op het toneel brengen, laten optreden, opvoeren, in het pass. = optreden, opgevoerd worden; (voor een verhoor) voorbrengen; (als aanvoerder in de strijd) aanvoeren, laten aanrukken; (water) ergens heen leiden.
b. overdr., in iets brengen, invoeren enz., alqm in errorem, Cic., novum verbum in linguam, Cic. | in ’t bijz., animum ad of in c. a c c., de geest (de neiging) richten op enz., Ter., Cic., animum of in animum inducere, het over zich verkrijgen, zich voornemen, het plan opvatten, Ter., Cic.; tot iets brengen, bewegen, verleiden, doen besluiten, vand. ook = beetnemen, bedriegen; (een persoon of zaak in een geschrift sprekend) laten optreden; (een gebruik en dgl.) invoeren; op het tapijt brengen, aanvoeren, bijbrengen, causam, Cic.

< >