DE KUNST VAN DE TWINTIGSTE EEUW:
DE BEELDHOUWKUNST EN DE SCHILDERKUNST NA 1945: SAMENVATTING
Na de Tweede Wereldoorlog streven kunstenaars op een veel breder front naar een humane uiting. Stromingen volgen elkaar in een snel tempo op. Na een eeuwenlange artistieke hegemonie van Europa treedt Amerika naar voren. Het abstract expressionisme laat ruimte aan ongecontroleerde krachten in de menselijke geest. Als een reactie daarop volgt de pop-art die in zeer leesbare tekens de uniformiteit van de verstedelijkte mens in beeld brengt. In dezelfde periode ontstaat het nouveau réalisme waarin de dingen die ons leven bepalen, in sterke mate aandacht krijgen. Als tegenbeweging op het abstract expressionisme treden in Amerika kleurschilders naar voren. Zij signaleren in heldere vlakken van wat er aan denkbeelden in hun wereld leeft. Genoemde richtingen krijgen in talrijke landen navolgers.
De kunst wordt steeds meer geïnternationaliseerd. Zij wordt ook in sterke mate trendgevoelig. Dit vooral onder invloed van de kunsthandel. Door de stimulans van deze handel ontstaat een gestage produktie van ’meesterwerken’. De kwaliteit loopt sterk achteruit. Een reactie tegen deze ’kapitalistische’ kunstuiting kan niet uitblijven. Zij manifesteert zich vrijwel tegelijk op verschillende plaatsen. De kunstenaar herontdekt de aarde. Hij stopt met het vervaardigen van industriële produkten. Hij gaat werken met rotssteen, met mineralen. In zijn werk wordt duidelijk dat het niet om het materiaal gaat, maar om de vorm. En dat de vormgeving alleen maar zinvol is als zij gestalte geeft aan een spirituele inhoud. Visie en informatie zijn primair. De nieuwe beweging is rijk vertakt. Zij presenteert zich onder de namen arte povera, micro-emotive art, conceptual art, antiform-art en land-art. De kunstenaar voelt zich bevrijd en schept weer naar eigen smaak werken. De trendgevoeligheid wordt dientengevolge ook veel minder. Er komt weer strijd tussen kunst en politiek. Kunst kan alleen maar bestaan in landen waar vrijheid van meningsuiting is. Ze kan alleen maar bloeien in culturen waar de mens het masker wil afzetten en durft te kijken in de spiegel die zijn ware gezicht toont. Beeldende kunst is realiteit, hoe afschuwelijk die soms ook mag zijn. In 1975 werken schilders, beeldhouwers, projectkunstenaars, ideologen en sociologische vormgevers allen op hun eigen terrein. Zij brengen stukken van ons wereldbeeld in kaart. De geschiedenis zal leren welke van hun activiteiten van blijvende waarde is.
door Jan H. M. Donia.