DE KUNST VAN DE TWINTIGSTE EEUW:
DE BEELDHOUWKUNST EN DE SCHILDERKUNST NA 1945: COBRA
Het jaar van de ’Vrijheidsschreeuw’ is van grote betekenis geweest. Appel, Constant en Corneille richtten de Nederlandse Experimentele Groep op, korte tijd later gevolgd door de stichting van de internationale organisatie Cobra (Copenhagen, Brussel, Amsterdam). Behalve de drie genoemde kunstenaars behoorden de Belg Dotremont en de Deen Jorn tot de belangrijkste leden. Cobra wilde de schilderkunst bevrijden van esthetische en ethische normen, die kunst en samenleving naar hun mening tot nu toe beknot hadden. Nadat Appel zich in 1950 in Parijs had gevestigd, gaf hij zich steeds meer over aan een hartstochtelijke wijze van schilderen. Figuren en motieven verloren langzamerhand hun betekenis totdat een volledige abstractie optrad. De doeken kregen door hun orgie van kleuren en verferupties een woeste schoonheid. In de film die de cineast Jan Vrijman in 1961 over Appel heeft gemaakt, zegt deze: ’Ik schilder als een barbaar van deze barbaarse tijd.’ De aanstekelijke werkwijze van Appel en zijn internationale successen inspireerden een groot aantal kunstenaars. Dit epigonisme is door de criticus Charles Wentinck eens kernachtig betiteld als ’Appelsap’.
Het zou onjuist zijn de betekenis van Cobra en de ontwikkeling van Appel te noemen zonder het Stedelijk Museum in Amsterdam en diens toenmalige directeur jhr. W. J. H. B. Sandberg te vermelden. Dit museum verwierf zich in de jaren vijftig een toonaangevende positie in de wereld en werd tot een brandpunt van de internationale beeldende kunst. Een feit dat overigens niet op zich staat: musea en kunstcentra zijn de laatste decennia een steeds belangrijker stimulerende en activerende rol gaan spelen. De bevrijding van versleten normen en oude principes treffen wij ook aan in het latere werk van Constant (1920). Van 1956 af gaat hij zich bezighouden met een nieuwe vormgeving van de maatschappij. In ’Internationale Situationiste’, editie 3, december 1959, publiceert hij in het artikel ’Een andere stad voor een ander leven’ zijn gedachten over de toekomststad, de stad van de nomaden, New Babylon, waarin de homo ludens (spelende mens) zich bevrijd kan bewegen. Sedertdien heeft hij in talrijke artikelen, maquettes, schilderijen en tekeningen vorm gegeven aan zijn idee. Een van de uitgangspunten van Constants arbeid is dat grote groepen jonge mensen de bestaande orde weigeren te aanvaarden. Dit zal, zo meent hij, tot een revolutie leiden die het gezicht van de aarde totaal zal veranderen.
door Jan H. M. Donia.