DE KUNST VAN DE TWINTIGSTE EEUW:
DE BEELDHOUWKUNST EN DE SCHILDERKUNST NA 1945: ABSTRACT EXPRESSIONISME
Appel heeft met een groots gebaar aangetoond dat er nog altijd mogelijkheden in de verf schuilden. Terzelfder tijd laat ook de New York School zo van zich spreken. Het abstract expressionisme wordt daar bijna tot godsdienst verheven. Het schilderij met zijn woeste uitbarsting van kleuren is een dynamisch gebeuren. Het is enerzijds het trotse V-teken van de overwinnaar uit de Tweede Wereldoorlog, toen nog fysiek en moreel ’on top of the world’, anderzijds een blauwdruk van een chaotische samenleving, geconfronteerd met gigantische toekomstbeelden. Op de meeslepende doeken van Jackson Pollock en Franz Kline krijgt een vreemd soort illusie gestalte. De illusie van macht. Het schilderij ontstaat op een haast gewelddadige wijze. De kunstenaar gaat het te lijf met verfpistolen, smijt de potten leeg tegen het canvas. De toeschouwer ervaart dat geweld haast lichamelijk. De schilder voert oorlog met zijn produkt. Bij Pollock is dat het meest intrigerend. Het lijkt of hij op het punt staat uit de chaos op zijn schilderijen, uit dat oerwoud van lijnen, een nieuwe vormentaal te formuleren. Over het abstract expressionisme is door kunstenaars en critici veel gefilosofeerd. Het is in ieder geval zeker dat het aan ongecontroleerde krachten in ons bewustzijn de kans biedt los te breken. Een grote dosis angst misschien. Angst voor de dood. Angst dat dit misschien de waarheid niet is. De angst wellicht die de piloot van een B-52 voelde toen hij de bommenluiken had geopend. Pollock (1912-1956) heeft vroegtijdig afscheid genomen van het leven. Hij heeft de chaos niet kunnen ordenen. Zoals ook de samenleving daartoe niet in staat bleek.
Abstract expressionisme, ook wel action painting genoemd, was de eerste belangrijke Amerikaanse bijdrage tot de beeldende kunst. Het was ook een typisch Amerikaanse uiting. Zonder scrupules, onontkoombaar, de absolute waarheid van de absolute winnaar en daardoor hulpeloos en kwetsbaar. Het is niet te ontkennen dat deze stroming door zijn meeslepend karakter een tijd lang toonaangevend is geweest. Dit kwam voort uit de werkwijze: het schilderen met grote gebaren van de hele arm, het ontbreken van pietepeuterigheid. Het kwam
ook voort uit bewondering die men elders had voor Amerika, ’het land van belofte’. Amerikaanse mentaliteit en leefwijze werden geïmiteerd. Pelgrimeerde de kunstenaar vroeger naar Parijs, ’le centre artistique du monde’, nu ging hij naar New
York, de nieuwe culturele hoofdstad. De kunstgeschiedenis maakte echter al vrij snel korte metten met de epigonen, al hebben sommigen hunner zoals de Japanner Zao-Wouki en de Fransman Bazaine enige jaren hoge ogen gegooid. In Europa werd overigens voor abstract expressionisme ook wel de benaming ’tachisme' (tache is vlek) gebruikt. Slechts enkele creaties zijn door de tand des tijds niet aangetast. Onder hen neemt de in Rotterdam geboren Amerikaan Willem de Kooning (1904)
een opmerkelijke plaats in. Op zijn doeken zien wij geabstraheerde vrouwenfiguren, met een geweldige allure op het linnen gezet. Met geniale schilderkundige vaardigheid en directheid verbeeldt De Kooning een bijna platvloerse werkelijkheid. Met zijn series ’Women’ verwierf hij een grote internationale erkenning.
Vele abstract expressionisten waren niet vies van stuntwerk, en ook niet wars van een zeker exhibitionisme. Pollock werd bijvoorbeeld in heel Amerika beroemd door zijn ’drip-paintings’. Hij legde enorme doeken op de grond en liet daarover verf druipen zonder een penseel te gebruiken. Door deze activiteit te laten filmen en fotograferen lokte hij ook agressieve reacties uit, die de waardering ten opzichte van zijn schilderijen in negatieve zin beïnvloedden. Vergelijkenderwijs: soortgelijke gemelijke reacties waren in Nederland aan de orde van de dag na opmerkingen van Appel als: ’Ik rotzooi maar wat an’ en van Jan Cremer: ’Rembrandt, wie is dat?’ Aan exhibitionisme maakte zich ook de Franse tachist George Matthieu schuldig. Deze ging in de etalage van een warenhuis zijn doeken te lijf. Het is duidelijk dat dit soort publiciteit geen enkele indicatie is van kwaliteit.
door Jan H. M. Donia.