Kruiden encyclopedie

H. Neurey (1978)

Gepubliceerd op 16-10-2024

Magerte

betekenis & definitie

Fysiologische of pathologische gesteldheid, gekenmerkt door verschraling van het zachte lichaamsweefsel, met name door de karigheid van het subcutane (= onderhuidse) vetweefsel.

Amandelboom (Prunus amygdalus).

De pitten van de vruchten, de amandelen, gebrand en gemalen gebruiken ter vervanging van koffie, met volle melk.

Fenegriek (Trigonella foenum graecum); ook grieks hooi.

Het poeder van de zaden. Dagelijks vier maal 2 g poeder droog innemen, of lepeltjes poeder met 2 tot 3 lepeltjes honing.

Hazelaar (Corylus avellana): de gewone hazelnotestruik.

De hazelnoten. Zeer fijn gehakt, samen met honing, gebruiken bij het bereiden van gebak.

Kokosboom (Cocos nucifera): de kokospalm.

Het – zeer voedzame – vruchtvlees van de kokosnoot. Eten op ieder uur van de dag.

Olijfboom (Olea europaea): de zuideuropese olijf.

De vruchten. Een lepel eerste olijfolie (maagdenolie genoemd), zo mogelijk uit verse vruchten geperst, 5 minuten voor elke maaltijd.

Rijst (Oryza sativa).

De zaden. Rijst eten, in melk gekookt of in van vet vlees getrokken bouillon.

Tarwe (Triticum sativum); ook weit.

De zaden. De gehele zaden eten als rijst, of het meel eten in de vorm van pap.

Vijg (Ficus carica): de gewone vijgeboom.

De vrucht (eigenlijk schijnvrucht). 5 tot 6 vijgen gedurende 10 minuten koken in 0,5 liter melk. Een flinke lepel honing toevoegen en ’s ochtends met koekjes van aardappelmeel eten als ontbijt.

Waterkers (Nasturtium officinale): de wilde waterkers; ook bronkers, waterraket.

De gehele verse plant. Eten als salade, aangemaakt met de eerste olijfolie (maagdenolie genoemd) en zout. Ook: dagelijks 100 g vers waterkerssap.

Zuring (Rumex crispus): de wilde zuring.

De wortel, in poedervorm. Enkele malen daags 5 g poeder droog innemen. Siroop: 100 g poeder 10 minuten koken in 1 liter water. Filtreren en au-bain-marie 900 g suiker toevoegen. Vier lepels daags.

< >