Suikerziekte; ziekte gekenmerkt door een anomalie in de koolhydraatstofwisseling; een deel der koolhydraten, niet geassimileerd, komt in de vorm van glucose of levulose (= fructose, vruchtensuiker) in de urine; ook gaat diabetes dikwijls gepaard met polyurie (= overvloedige urinelozing).
Galigaan (Galega officinalis); ook vlekkenkruid, geitekruid, geiterust.
De gehele plant. 8% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags. INCOMPATIBEL (= niet te gebruiken samen) met: aspirine, belladonna en preparaten op kamferbasis.
Guldenroede (Solidago virga aurea); ook goudroede, heidens wondkruid.
De bladeren en de bloeiende toppen. 4% infuus, 20 minuten laten staan. Drie kopjes daags.
Klis (Lappa major): de grote klis; ook kliskruid.
De wortel: klitwortel. 5% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Paardebloem (Taraxacum officinale); ook hondsbloem, papenbloem, papenkruid, leeuwetand.
De wortel. 4% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Ook: wortelsap en koolsap drinken; knoflook, uien en spinazie eten.