Alant (Inula helenium).
De twee tot drie jaar oude wortelstok: alantswortel. 2% decoct, 10 minuten laten koken, zoeten met honing. Twee of drie kopjes daags, lauw gedronken, buiten de uren van de maaltijden.
Anijs (Pimpinella anisum); ook witte of wilde pimpernel, bevernel.
De vruchtjes. 5% infuus, 60 minuten laten trekken, zoeten met honing. Twee of drie kopjes daags, lauw gedronken, buiten de uren van de maaltijden.
Hondsdraf (Glechoma hederacea); ook aardveil, onderhave, kruip-door-de-tuin.
De bloeiende plant. 3% infuus, 25 minuten laten trekken, zoeten met honing. Twee of drie kopjes daags, lauw gedronken, buiten de uren van de maaltijden.
Malrove (Marrubium vulgare); de witte malrove; ook witte andoorn.
De bladeren. 3% infuus, 20 minuten laten trekken, zoeten met honing. Twee of drie kopjes daags, lauw gedronken. Buiten de uren van de maaltijden.
Marjolein (Origanum majorana): de tuinmarjolein.
De bloeiende plant. 2% infuus, 20 minuten laten trekken, zoeten met honing. Twee of drie kopjes daags, lauw gedronken, buiten de uren van de maaltijden.
Viooltje (Viola silvestris).
De wortel. 4% decoct, 15 minuten laten koken, zoeten met honing. Vier tot vijf lepels daags, lauw, buiten de uren van de maaltijden.
Vleugeltjesbloem (Polygala vulgaris): de gewone vleugeltjesbloem; ook kruisbloem.
De wortel, kruiswortel geheten. 15% decoct, 10 minuten laten koken, zoeten met honing. Vijf tot acht lepels daags, lauw, buiten de uren van de maaltijden.