Emotionele toestand, opgeroepen door een samengaan van pijn en innerlijke spanning. Domineert het merendeel van de psychopathologische toestanden. In extreme vorm vormt zij de ‘angstneurose’, een staat van voortdurende ongeruste afwachting van smartelijke gebeurtenissen, gepaard aan organische afwijkingen (ademhalingsmoeilijkheden, duizelingen, bevingen, hartkloppingen, zweet, maag- en darmstoornissen enz.), die wat men noemt ‘angstcrises’, ‘angstaanvallen’ vormen.
Bijenkruid (Melitis melissophyllum): de woudmelisse.
De bloeiende toppen. 5% infuus, 20 minuten laten trekken. Twee of drie kopjes daags, buiten de uren van de maaltijden.
Citroenkruid (Lippia citriodroa): het driebladig ijzerhard.
De bladeren en de bloeiende toppen. 2% infuus, 15 minuten laten staan. Twee of drie kopjes daags, buiten de uren van de maaltijden.
Melisse (Melissa officinalis): de citroenmelisse, ook citroenkruid, bijenkruid, bijenblad.
De bloeiende toppen, geplukt in juni. 2% infuus, 15 minuten laten staan. Twee of drie kopjes daags, buiten de uren van de maaltijden.
Muskuskruid (Adoxa moschatellina).
De bloeiende plant. 2% infuus, 20 minuten laten trekken. Twee of drie kopjes daags, buiten de uren van de maaltijden.
Parnaskruid (Parnassia palustris).
De gehele plant. 3% decoct, 6 minuten laten koken. Twee of drie kopjes daags, buiten de uren van de maaltijden.
Polei (Calamintha officinalis): de wilde polei; ook water-, rietmenthe.
De gehele plant. 2% infuus, 15 minuten laten trekken. Twee of drie kopjes daags, buiten de uren van de maaltijden.