Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- bikhamer
- bikkel
- bikkelen
- bikkelspel
- bikken
- biksteen
- bil
- bilan
- bilateraal
- bilboquet
- bilhamer
- biljart
- biljartbal
- biljarten
- biljartlaken
- biljet
- biljethuis
- biljoen
- bilk
- bill
- billen
- billijk
- billijken
- billijkerwijs, billijkerwijze
- billijkheid
- billioen
- bilocatie
- Bilt
- biltong
- bilzenkruid
- bimbam
- bimester
- bimetallisme
- binair
- binden
- binder
- binderij
- bindgaren
- bindrijs
- bindrotting
- bindster
- bindtouw
- bindweefsel
- bingelkruid
- bingoeng
- bink
- binken
- binnen
- binnen(s)tijds
- binnenband
- binnenbraak
- binnenbrand
- binnendijk
- binnendijks
- binnendringen
- binnenduin
- binnengaan
- binnengaats
- binnenhaven
- binnenhof
- binnenhuis
- binnenjongen
- binnenkajuit
- binnenkamer
- binnenkant
- binnenkomeet
- binnenkoorts
- binnenkort
- binnenkrijgen
- binnenland
- binnenlands
- Binnenlandse Zaken
- binnenloodsen
- binnenlopen
- binnenmeisje
- binnenmoeder
- binnenplaats
- binnenplaneet
- binnenprauw
- binnenscheepvaart
- binnenschip
- binnenshuis
- binnenslands
- binnensmonds
- binnenst
- binnenvaart
- binnenvader
- binnenvallen
- binnenvetje
- binnenwaard
- binnenwaarts
- binnenwater
- binnenweg
- binnenwerk
- binnenwerks
- binnenzak
- binnenzee
- binnenzijde
- binocle
- binominaar, binomisch
