Gepubliceerd op 11-11-2021

binden

betekenis & definitie

bond, h. gebonden (1 vastmaken door middel van een touw; 2 doen ontstaan door binden; 3 v. boeken: in een band zetten; 4 dikmaken door bijmenging; 5 iem. in zijn vrijheid beperken door een voorschrift enz.):

1. een pakje aan de fiets binden; een gevangene aan handen en voeten binden; zegsw. iem. iets op het hart binden, op zijn geweten drukken;
2. schoven, bezems binden;
3. boeken binden;
4. de saus, de soep binden;
5 ik wil me niet binden, ik bepaal geen uur; een contract met bindende kracht; gebonden zijn aan, niet vrij meer.

< >