Klokkenlexicon

Jaap Zeeman (2011)

Gepubliceerd op 27-06-2017

constant force escapement

betekenis & definitie

Een echappement dat het regelorgaan, de slinger of de balans met een constante kracht aandrijft.

Er zijn veel pogingen ondernomen om uurwerken met een balans te voorzien van een constant force escapement. Het remontoir mechaniek was hiervoor de aangewezen oplossing. Een belangrijke vraag was waar in het uurwerk de extra aandrijfveer of -gewicht te plaatsen. In de loop van de tijd hadden theoretici en uurwerkmakers verschillende mogelijkheden onderzocht. Huygens (1629-1695) bracht de aandrijfveer aan op het kroonwiel, Sully (1680-1728) op het centrumrad, Harrison (1693-1776) op het grondrad en Mudge (1715-1794) op de balansas. Het werd duidelijk, dat de wrijving op de raderen een factor van belang was zodat plaatsing op de balansas theoretisch de beste was. Bij deze constructie geeft een veer een impuls aan de balansas, laat het gangrad ontsnappen en wordt op dat moment weer opgewonden. Het eerste echappement volgens bovenstaand principe werd door Haley gepatenteerd in 1796. Vele klokkenmakers volgden met verbeterde of geheel nieuwe versies, Breguet (1747-1823) omstreeks 1800, Hardy (vermeld begin 19de eeuw) omstreeks 1810, Ulrich (1795-1875) in 1825 en 1828, Hedgethorne in 1889, Pettavel in 1900 en Cox in 1912. Hoewel theoretisch het constant force escapement grote voordelen leek te bieden werden de nadelen zoals de gecompliceerde constructie en de onderhoudsgevoeligheid er de oorzaak van dat de tijdmeetkundige resultaten niet beter waren dan die van het doorsnee chronometer-echappement.

< >