Gepubliceerd op 28-04-2017

Het Personeel

betekenis & definitie

De bedienden van de snob krijgen precieze instructies (boze tongen beweren dat hij ze behandelt als in koloniale tijden).

Maar na een paar weken intensieve training brengt ook het meest onervaren personeel u de post (zoals het hoort) op een zilveren blaadje, bekommert het zich met hartstocht om de ijskassen), schuurt en verft het de tafel in de wintertuin, doet het aardig tegen de onaangename buurman en de milieupolitie opdat zij u niet meer lastigvallen, en brengt het (omdat u immers geen rijbewijs hebt) ook uw kleren en de zware tapijten naar de stomerij vóór de overenthousiaste hond ze naar zijn jachttraining sleept.

Neem zo vaak mogelijk ander personeel. Ook als het zijn uiterste best doet om het nog beter te doen dan u verlangde. Die eerzucht, dat vond ook Georg Christoph Lichtenberg in zijn Gemengde geschriften, is wel zo ongeveer de vreselijkste eigenschap van huispersoneel. ‘Doe alles in het donker, om voor uw heer licht uit te sparen' schrijft Jonathan Swift in zijn instructies aan de bedienden. Vatel, een gerenommeerd maitre d’hó- tel, pleegde zelfs zelfmoord toen hij merkte dat de verse zeevruchten voor een diner van koning Lodewijk xiv nog niet waren bezorgd. Tegenwoordig kan men zoveel onderworpenheid natuurlijk niet meer verwachten. Lodewijk van Beieren droeg zijn bedienden op om een masker te dragen als hun gezicht hem niet aanstond. Een keer werkte een knecht hem zo op de zenuwen dat hij hem klem zette tussen de openslaande deuren. Hoewel dat hem kalmeerde (iedereen heeft zo zijn methodes), is dat wettelijk niet meer toegestaan. Laten we nog even in het nostalgische, nobele verleden toeven. Filips ii, koning van Spanje, had een zwak voor invaliden en liet zich uitsluitend bedienen door kreupelen en dwergen. Erg decadent en chic. Graaf Leo Nikolajevitsj Tolstoi besloot al op heel jonge leeftijd om alles anders te doen dan anderen en ging ook graag om met de lagere klassen.

Tegenwoordig is de werkende klasse overal en kan men er haast niet omheen. Maar toch: toon niet te veel medelijden. Een vorm van Amerikaans snobisme met betrekking tot het huispersoneel: Dolores Menken uit Beverley Hills nam beroemde boksers in dienst die haar gymnastiekles gaven; Ignacy

Paderewski speelde piano voor haar, en ze legde beslag op Paul Bourget en dwong hem om een bepaald aantal bladzijden te schrijven in haar schitterende villa. Ook de schrijver Raymond Roussel vergde het uiterste van zijn personeel: zijn achttien lakeien moesten hun schoenen uittrekken als ze door de tuin liepen. Hij had zelfs een secretaris die zich voor hem uitgaf als hij zelf geen zin had. Deze man, over wie Jean Cocteau zei: 'Zijn schijnbare wonderlijkheid is niets anders dan het toppunt van eenvoud’, was tot het eind van zijn leven een grand-voyageur en overleed geheel in stijl in het Grand Hotel des Palmes in Palermo.

Hiermee eindigt de rondgang door het huis van de snob (alle informatie over de kleedkamer was al te vinden in het hoofdstuk over de garderobe en de wintertuin is uitvoerig beschreven in dat over ‘tijdverdrijf). U dacht toch niet dat u nog een fitnessruimte of een zonnebank zou aantreffen? Dan hebt u nog niet veel van het snobisme begrepen en moet u deze handleiding misschien maar aan een ander doorgeven, omdat het u toch nooit zal lukken. Omdat het u aan elke echte klasse ontbreekt en niemand in uw snobisme zal geloven. Zoals de paleizen van Stuyvesant, Vanderbilt en Astor, natuurlijk prachtig, maar helaas surrogaat. Deze families kenden niet eens het verschil tussen Premier Empire, Second Empire en Louis xv!

Tot slot een alternatief Het kan natuurlijk ook heel snobistisch zijn om géén huis te hebben, zoals de volgende beroemde schrijvers: Simone de Beauvoir, Heinrich Heine, Torquato Tasso, Cervantes Saavedra, Laurence Sterne, Jakob Meyerbeer, Alfred de Musset, Francesco Petrarca, Lord Byron en Vittorio Alfred. De bohème was hun thuis.

< >