XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Traverso

betekenis & definitie

Traverso (It. flauto traverso, dwarsfluit) is een fluit die 'dwars' bespeeld wordt, in tegenstelling tot de blokfluit die recht naar beneden gehouden wordt.

Oorspronkelijk heetten beide fluittypes 'fla uto', maar in de barok verschoof de betekenis. Met 'flauto' bedoelde men de blokfluit, en de dwarsfluit duidde men aan met 'transverse'. De traverso had een duimgat en vier tot acht vingergaten. De eerste klep werd geïntroduceerd in 1677, de tweede in 1726 door Quantz. In 1847 produceerde Boehm een metalen fluit met 23 kleppen. Dit werd de moderne dwarsfluit, terwijl de belangstelling voor de historische uitvoeringspraktijk vanaf het begin van de 20e eeuw ook de houten traverso weer in de belangstelling bracht.

< >