Simeon ten Holt (Bergen 1923) was een Nederlands componist die sinds de jaren '80 bij een groot publiek geliefd is door zijn meditatieve, tonale muziek waarmee hij onbedoeld inhaakte op de 'new age'-stroming.
Ten Holt was leerling van Jakob van Domselaer (bevriend met Mondriaan en in zijn componeren aansluitend op de Stijlgroep), en in Parijs van Honegger en Milhaud. Terug in Nederland ontwikkelde hij zijn 'diagonaalgedachte', het tegelijkertijd laten klinken van elkaar aanvullende toonsoorten in tritonusverhouding. De tritonus deelt het octaaf exact in tweeën, waardoor elke verwijzing naar tonale spanningsverhoudingen wordt vermeden. Zo ontstond o.a. de Diagonaalsuite voor piano (1957). In de jaren daarna verdiepte hij zich in de atonale muziek, het serialisme (..A/.TA-LON, 1968) en de elektronische muziek. in de jaren '70 besloot hij dat dit alles leidde tot verschraling van het menselijke gevoel en keerde hij terug naar de tonaliteit. Zijn Canto ostinato (1979) sloeg in als een bom. Vooral jonge mensen lieten zich graag meevoeren op de golven van de eindeloos herhaalde welluidende drieklankmotieven. Hoewel deze repetitieve muziek verwant lijkt aan het minimalisme van Steve Reich en Philip Glass, voelt Ten Holt zich meer een romanticus zoals Robert Schumann. Zowel in Canto ostinato als in de werken die hij daarna componeerde, geeft hij de musici een grote mate van vrijheid: de aard van de bezetting, het aantal spelers en het aantal herhalingen worden meestal aan de uitvoerenden overgelaten. Pianist Kees Wieringa zei hierover: 'Je moet zijn muziek zien als een spoorboekje, waarbij er verschillende mogelijkheden zijn om van punt a naar punt b te gaan.'
Oeuvre
3 orkestwerken, waaronder Une musique blanche (1982); kamermuziek voor 1 of meer toetseninstrumenten, o.a. Canto ostinato (1979), Lemniscaat (1983) en Horizon (1985), en voor andere bezetting zoals Palimpsest (1993) voor strijkseptet; vocale muziek zoals ..A/.TA-LON; filmmuziek.