Pierre Schaeffer (Nancy 1910-Milles 1995) was een Franse componist, pionier op het gebied van elektro-akoestische muziek en schepper van de zogeheten musique concrète.
Schaeffers werken zijn gebaseerd op de opname en montage van klanken (waaronder realistische geluiden uit het alledaagse leven, natuur en techniek), én de vastlegging daarvan op technische geluidsdragers, zoals plaat en tape. Schaeffer is de eerste componist uit de 20e eeuw die de radiotechniek systematisch voor compositorische doeleinden heeft gebruikt. Hij kwam uit een muzikaal gezin, maar koos in 1929 voor een studie aan de École Polytechnique en de École de Télécommunication. Vanaf 1934 werkte hij voor de Franse omroep. Met het gebruik van 'concrete' alledaagse geluiden volgde hij een weg die al was ingeslagen door de futuristen en geluidscomponisten van de jaren '20, onder wie Edgard Varèse. Over het ontstaan van zijn Symphonie de bruits schrijft Schaeffer in 1948: 'Een "symfonie van geluiden" zweeft me voor ogen. In de geluidsafdeling van de Franse omroep vind ik tapschoenen, kokosnoten, toeters en fietsbellen, gongs en vogelfluitjes. Ik neem drumsnaren mee, een klokkenspel, een wekker, twee ratels, twee draaitollen...' In 1951 stichtte hij de Groupe de Recherche de Musique Concrète (GRMC) die in 1958 werd omgedoopt tot Groupe de Recherches Musicales (GRM), waartoe componisten als Luc Ferrari en Iannis Xenakis behoorden. Hoewel Schaeffers betekenis als componist tegenwoordig op de achtergrond is geraakt, heeft hij een beslissende rol gespeeld in de ontwikkeling van de elektro-akoestische en elektronische muziek, en heeft hij aan vooraanstaande componisten als Karlheinz Stockhausen en Pierre Boulez belangrijke impulsen gegeven.
Oeuvre
19 composities voor tape. Talrijke theoretische geschriften, waaronder Traité des objets musicaux (Parijs, 1966).