John Dunstaple [Dunstable] (voor 1390-1453) was de Eerste Engelse componist die buiten de grenzen van zijn vaderland bekendheid verwierf. De Italiaanse, Franse en Duitse muziekhandschriften waarin zijn composities zijn overgeleverd, wijzen erop dat hij in de muzikale centra van het Europese continent, zoals aan de hoven van Noord-Italië en Bourgondië, groot aanzien genoot. De 15e-eeuwse Vlaamse theoreticus Johannes Tinctoris omschreef Dunstaple als een van de drie belangrijkste 'leermeesters' van Johannes Ockeghem (naast Guillaume Dufay en Gilles Binchois).
Dunstaples oeuvre bestaat hoofdzakelijk uit drie- en vierstemmige missen en geestelijke gezangen. Zijn composities zijn gebaseerd op een gregoriaanse melodie en blinken uit door een geraffineerd gebruik van isoritmische (op herhaalde ritmischmelodische patronen berustende) modellen en een voorliefde voor 'modem' aandoende tertsen sextklanken. Een ver ontwikkelde versieringspraktijk zorgde voor een grote beweeglijkheid van de stemmen.
Over Dunstaples leven is weinig bekend. Hij schijnt in dienst van de Duke of Bedford te hebben gestaan, wat gesuggereerd wordt door een boekje over astronomie dat zich bevindt in de bibliotheek van het St. Johns College te Cambridge: 'This book belonged to John Dunstaple, musician to the Duke of Bedford'. Dunstaples betrekkingen met de Duke of Bedford worden bovendien aannemelijk gemaakt door het feit dat de componist in een van de hertogelijke kerken in Londen werd begraven. Uit grafschriften blijkt dat deze 'prince of music' zich ook met mathematiek en astronomie heeft beziggehouden. 'Deze nieuwe Ptolemeus, deze jonge Atlas die de hemelboog steunt, rust onder de as. Zijn roem zal de eeuwen trotseren.'
Oeuvre
66 religieuze composities (waaronder 2 missen, 64 misdelen en motetten); 5 wereldlijke liederen.