Johann Adam Hiller (Wendisch-Ossig 1728-Leipzig 1804) was een Duits componist en een van de grondleggers van het Duitse Singspiel. Zijn belangrijkste composities zijn de elf Singspiele die hij schreef tussen 1766 en 1773.
Geïnspireerd door de Engelse ballad opera creëerde hij een vorm van muziektheater die dichter bij de Duitse leefwereld stond dan de Italiaanse en Franse opera's die de Duitse theaters domineerden. Hierbij gebruikte hij weliswaar elementen uit de Franse opéra comique, de Italiaanse opera seria en opera buffa, maar liet die samengaan met eenvoudige Duitse liederen. Verschillende aria's uit zijn Singspiele werden nog jarenlang in Duitsland, gezongen, vooral uit Die Jagd, die vanaf de première in 1770 nog seizoenen lang repertoire hield. Hillers Singspiele stonden model voor de opera's van grotendeels vergeten componisten als Georg Benda, Anton Schweitzer en Johann André. Hiller was niet alleen componist, maar ook dirigent, zanger, instrumentalist, jurist, hoofdredacteur van een van de eerste toonaangevende muziektijdschriften, en een uitstekend organisator. In elke stad waar hij een tijdlang woonde en werkte, gaf hij het muziekleven een enorme impuls. Zo zorgde hij in Leipzig voor een bloeiende concertpraktijk, verbeterde hij de kwaliteit van het orkest en richtte hij er een breed georienteerde zangersopleiding op. In 1789 werd hij benoemd als Kantor van de Thomaskirche, waarna hij zich als componist toelegde op de kerkmuziek.
Oeuvre
13 Singspiele, komische opera's en operettes; ca. 8 bundels geestelijke koorwerken en andere vocale werken, waaronder 1 psalm en 1 gezang; 13 bundels wereldlijke koorwerken en andere vocale werken, cantates; 2 sonates; 3 strijkkwartetten; 50 fuga's voor orgel.