Kerken Maastricht

Jac. van Term (1979)

Gepubliceerd op 05-02-2024

H.H. Petrus en Paulus (Wolder)

betekenis & definitie

Tot in Antwerpen en Amsterdam toe zijn de francs en guldens ingezameld om de bouw van een nieuwe kerk te OudVroenhoven mogelijk te maken. Er werd, in 1895, daarvoor ook een loterij op touw gezet.

Waarvoor paus Leo XIII een in goud ingelegd schilderij van Maria als Mère des Grâces schonk. En waarvoor de zoon van het hoofd der school,Emile Indemans, helemaal uit China een aantal kostbaarheden inpakte toen hij zijn missiepost te lly verliet. Om gezondheidsredenen moest hij naar huis terugkeren. Bij het oversteken van een bergstroom in Siberië dreigde hij te verdrinken en kwam een groot deel van zijn bagage in het water terecht. Waaronder een tapijt van kasjmier, enkele waaiers en andere kostelijke zaken. Maar de missionaris haalde Wolder toch met een aantal Chinese voorwerpen voor de loterij. Die niet minder dan bijna 14.000 francs opbracht en daarmee een stevige steen bijdroeg tot de bouw van de kerk.

Waarvoor de één miljoen stenen op een steenworp afstand werden gebakken in een oven, die in de zomer van datzelfde jaar 1895 gereed was gekomen. De uithollingen ter weerszijden van de Tongerseweg wijzen tot op de dag van vandaag nog waar de klei voor al die brikken werd gestoken. Een paardje, ouder dan 20 jaar, versleepte de honderdduizenden stenen in ijzeren wagentjes . . .

Het heeft overigens nog heel wat voeten in de aarde gehad voordat voor de nieuwe kerk een geschikt terrein kon worden gekocht. Tenslotte viel de keus op de plaats waar de oude kerk stond, en wel zo dat deze zo lang mogelijk, tot in 1897, zou kunnen blijven staan. Ook het kerkhof kon worden gehandhaafd, al moest het wel worden vergroot, waartoe de kerkmeester Christiaan Huls-Scheepers een stuk van zijn erf afstond.

Het oude kerkje, te klein en versleten, was hard aan afbraak toe. Het mergelstenen gebouwtje had al eeuwen als huis des Heren gediend. In 1818 en 1833 nog met bakstenen zijbeuken uitgebreid en met een eenvoudige vierkante toren, eveneens van mergel, waarin een klok die in 1836 gegoten was door de gebroeders Gaulard uit Tongeren. Op 5 februari 1897 werd in het oude kerkje voor het laatst de H. Mis opgedragen. En tegen de avond werd het Allerheiligste voorlopig naar de tot noodkerk ingerichte harmoniezaal overgebracht.

Inmiddels had, op 6 mei 1896, de aanbesteding van de fundamenten plaats gehad. Laagste inschrijver was Gerardus Theunissen Van Noppen, een parochiaan uit het naburige Biesland. Tien dagen later al ving het werk aan, waarvoor pastoor J. H. Pijls op 4 juni de eerste steen legde. Op 10 december werd de verdere bouw aanbesteed en toegewezen aan dezelfde aannemer Theunissen voor de som van ƒ 22.777,—.

De kerk werd het eerste werkstuk van de Venlonaar Louis Keuler, architect en leraar te Maastricht, die de gotische stijl ijverig had bestudeerd. Volgens Keulers bestek moest de kerk dan wel zelf de brikken, het benodigde zand en verdere bouwstenen leveren alsmede het glas- en fijn smeedwerk. De Maassteen voor de kolommen kwam uit een groeve te Villers Ie Temple bij Luik. Mgr. L. Sevriens, deken van Maastricht, legde op 5 april 1897 de eerste steen voor de kerk ’der parochie Wilre in den Vroenhof, gewoonlijk genoemd, Oud-Vroenhoven of ook Wolder’. Aldus de oorkonde - ingesloten in een glazen buis in de gedenksteen -, die verder onder meer vermeldde dat ’De kerk wordt opgebouwd door de vrijwillige giften der parochianen en de bijdragen van anderen, vooral van de inwoners van Maastricht en van Caberg’.

In december van datzelfde jaar 1897 reeds was de kerk zover gereed dat zij in gebruik kon worden genomen. De kerkwijding op dinsdag 12 juli 1898 kon, vanwege zijn hoge leeftijd, niet door mgr. Boermans worden verricht. De bisschop van Roermond liet de plechtigheid over aan de Franciscaner missiebisschop mgr. Hofman van Zuid-Chansi in China. De parochianen schonken hun pastoor - die dag tevens 25 jaar priester - voor het nieuwe hoogaltaar de mensa in gepolijst graniet en gebeeldhouwde savonnièresteen met een verguld koperen tabernakelkast.

Van het oude kerkje vonden alleen de klok, het orgel - in 1854 gebouwd door Pereboom en Leyser -, de beelden van Onze Lieve Vrouw en het Goddelijk Hart van Jezus, een tableau van Sint Antonius uit de school van Rubens, het missiekruis, de doopvont, het houten altaar uit de doopkapel en enkele altaarkruisen onderdak in de nieuwe kerk. Waarvan dan de meubilering opnieuw te danken was aan de grote edelmoedigheid van de inwoners van Wolder en van vele goede vrienden. Terwijl pastoor Pijls en zijn zuster onder meer het Maria-altaar schonken, waren de zware eikehouten toegangsdeuren, alle ramen in gekleurd kathedraalglas, de preekstoel, de biechtstoelen, de Godslamp, diverse heiligenbeelden, het Antonius-altaar alsook de kruiswegstaties van de Antwerpse kunstenaar H. Redig allemaal cadeaux van de parochianen.

De plechtige inzegening, op 17 januari 1904, van het beeld van Sint Petrus - een der beide kerkpatronen - was de laatste daad van de eerste pastoor van Wolder. In 1920 eveneens geannexeerd door Maastricht en eens een der belangrijkste agrarische nederzettingen in de gemeente, maar nu ook al weer van alle kanten door nieuwbouw ingeklemd. Waarboven, evenwel, de neo-gotische kerktoren de herinnering hoog houdt aan Wolders dorpse verleden en met aan haar voet de graven van de stichter van de Zusters van de H. Carolus Borromeus en met de stoffelijke resten van vele krijgslieden die er bij de belegering van Maastricht in 1632 gesneuveld waren.

< >