In Malberg kregen de vier Evangelisten niet elk een eigen kerk. Maar ze moeten samen één kerkruimte delen.
Dat klinkt wat vreemd en vraagt dan ook om een verklaring.Malberg - waarvoor de plannen in 1963 ’rond’ waren - zou om meer dan één reden een unieke woonwijk in MaastrichtWest worden. Niet met gemiddeld vijfduizend zielen zoals de andere nieuwe parochies, maar met ongeveer negenduizend. Malberg werd daarmee op dat ogenblik het omvangrijkste cóntinu-bouwplan van heel Nederland. Minister drs. P. Bogaers kwam er persoonlijk in november 1964 de eerste steen voor leggen.
Malberg dan ging huisvesting bieden aan zo’n vierentwintighonderd gezinnen. Verdeeld over vier eenheden van ieder zeshonderd woningen en deze dan variërend van patiobungalows tot galerijflats van, ten hoogste, zes etages. Malberg, vlak tegen de Belgische grens aan gelegen, werd zodoende een woonbuurt met een geheel eigen opzet. Waar Maastrichtenaren van velerlei en dus verscheidenste aard, ook uit de te saneren binnenstad, bijeen zouden wonen.
Een en ander vereiste niet alleen een optimale sociale begeleiding van de nieuwe bewoners. De indeling in vier woonunits maakte Malberg ook in zielzorgelijk opzicht tot een unieke woonbuurt. In plaats van één centrale kerk zouden er vier kleinere komen, waarbij laagbouw zou worden toegepast. Dat was om een zo intiem mogelijke sfeer te bereiken, aldus de in 1963 tot bouwrector genoemde pater Franciscaan J. Linden. Elk woningcomplex zou gaan beschikken over een eigen ’hart’ met een plantsoen, waarop een kerk, een ontvangruimte voor de wijkzielzorger en een kleuterschool plaats zouden krijgen. Vanuit een gemeenschapshuis en een pastoraal centrum, midden in Malberg, zouden dan rector Linden en zijn medewerkers de wijkkerken bedienen.
De snelle ontwikkelingen evenwel, ook op godsdienstig gebied, maakte bijsturen van dat progressieve plan meteen al noodzakelijk. Er kwam, tenslotte en wat oneerbiedig gezegd, één kerk uit de bus. Eigenlijk meer een kerkgemeenschapshuis, waar zowel op zondag de Eucharistie werd gevierd als de jaarlijkse carnaval. En voorts alle soorten van meetings die zich in een moderne parochiegemeenschap voordoen en die tussen die twee uitersten te bedenken zijn. Na tien jaar, echter, bleek het dubbelgebruik van de kerkzaal steeds problematischer: ’lech trouw neet in e kèrrek boe karneval gevierd weurt!’ Zodat het kerkbestuur besloot van het multifunctionele gebruik van de kerkruimte af te stappen.
De Maastrichtse architect Pieter Koene ontwierp de kerk van Malberg, welke op 7 april 1968 door Roermonds hulpbisschop mgr. E. Beel werd ingezegend. In de grote kerkzaal vereeuwigde broeder Niek Duives - een van de leerkrachten van Malbergs scholen - tegen de wanden de vier Evangelisten, aan wie de kerk werd toegewijd en die sindsdien gebroedelijk waken over Malbergs wel en wee onder de pastorale zorg van de Franciscaner pastores. Van wie dan de eerste, rector Linden - die er tot 1976 bleef - met recht en reden de pionier van Malberg genoemd mag worden.