Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zemgale

betekenis & definitie

prov. van ➝ Letland. Strekt zich langgerekt uit van de W. grens van ➝ Letgallen tot de O. grens van ➝ Koerland, tusschen de Duna en Litauen.

Opp. 13 621 km2; ca. 290 000 inw. Het centrum der prov. is een vlakte, besproeid door een waaiervormig net van rivieren, alle uitmondend in de Liclupe.

In deze vlakte ligt de hoofdstad ➝ Jelgawa (Mitau).Geschiedenis. Ca. 1210 werd Z. door ➝ Albert, bisschop van Riga (Albr. v. Buxhövden) met behulp der Zwaardbroeders onderworpen. In 1218 was het land gekerstend vooral door de Cisterciënsers. Deze kerstening, haastig en niet steeds zonder dwang, werd gevolgd door een grooten afval, zoodat in 1251 het bisdom Selon, in 1224 voor Z. opgericht, weer moest worden opgeheven. Voortaan ressorteerde Z. onder het aartsbisdom Riga.

Praemonstratensers bekeerden het land definitief. Wat de politieke geschiedenis betreft, deelde Z. na 1237 de lotgevallen van Koerland. Na den afval van Gotthard Kettler in 1561 werd ook Z. Lutheraansch en met Koerland tot één hertogdom, Koerland genaamd, als leen van Polen vereenigd. Lit.: zie ➝ Koerland. Verder: Richter, Gesch. der Ostseeprovinzen (Riga 1857); Enciclop. ital. (XXXI).

H. Wouters.

< >