Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Letland

betekenis & definitie

(Lettisch: Latvija).

A) Aardrijkskunde en economie.
L. is de grootste der drie Baltische Staten aan de Oostzee. Oppervlakte ca. 66 000 km2; ongeveer 2 millioen bewoners, waarvan 74% Letten: 58% der bevolking is Luthersch, 23% Katholiek (aartsbisdom Riga), 9% Orthodox, 6% Israëlietisch. Voor opbouw, klimaat en bevolking, zie ➝ Baltische Staten (zie ook Letten). L. bestaat voor 26% uit wouden. 31% uit bouwland en 28% uit weiden. Het wordt dikwijls genoemd het land der 1000 meren en 500 rivieren, onder welke laatste de Daugava (Duna), Lielupa en Gauja de belangrijkste zijn. L. grenst aan Estland, Sowjet-Rusland, Polen, Litauen en de Oostzee. De voornaamste steden zijn ➝ Riga, met ca. 380 000 inw., Liepaja (Libau) met ca. 60 000 inw., Jelgava (Mitau) en Daugavpil (Dunaburg, Dwinsk). Het zgn. strand van Riga, 20 km lang, wordt ’s zomers druk bezocht. Boschcultuur, landbouw en veeteelt vormen de voorn. middelen van bestaan; de uitvoer bestaat voor 40% uit hout, voor 30% uit vlas, voor 25% uit boter.
v. Son.

Nationale vlag: rood, wit, rood (⅕ wit).

B) Weermacht.

Leger: 12 regimenten infanterie; 1 reg. cavalerie; 5 reg. artillerie (4 veld, 1 zware); 1 reg. genie: 1 luchtvaart reg. (80 vliegtuigen); 1 reg. vecht- en pantserwagens; 2 geblindeerde treinen. Deze troepen worden in hooger verband tot 4 divisiën gevormd. Verplichte mil. dienst van 21e tot 50e jaar. Eerste oefeningstijd: inf. 12 maanden, overige wapens 15 maanden. Daarna 18 jaar in de reserve, de rest van den diensttijd in de territoriale reserve. Jaarlijksch contingent; 14 500. Mil. georganiseerde grenswacht: 1200 (100 off.). Totale jaarl. sterkte 23 550 (2 200 off.). De vloot bestaat uit 6 diverse oorlogsvaartuigen (2 duikbooten). Sterkte bemanning 450.

Lit.: Annuaire militaire (1935).

v. Munnekrede.
C) Geschiedenis en bestuur.

Voor de gesch. tot aan de vrijwording in 1918, zie art. Baltische Staten. L. verklaarde zich op 18 Nov. 1918 onafhankelijk, doch had nog strijd te voeren tegen Duitschland en de Sowjets en sloot eerst in 1920 vrede. Op 26 Jan. 1921 werd L. als onafhankelijk land erkend en sinds 22 Sept. 1921 is het lid van den Volkenbond. De grondwet dateert van 16 Febr. 1922. De president der republiek wordt voor 3 jaren door den Landdag bij meerderheid van stemmen gekozen. De Landdag (Saiema) telt 100 leden, die alle 3 jaren bij algemeen en geheim stemrecht gekozen worden. Kiezers zijn alle staatsburgers van beiderlei kunne na hun 21e jaar. Er bestaat in L. leerplicht van 7 tot 16 jaar; er is een hoogeschool te Riga met 2 faculteiten. Op 29 Aug. 1922 kwam een Concordaat met den Heiligen Stoel tot stand. L. heeft op politiek gebied non-agressie pacten met de omringende landen gesloten. In 1934 ontbond een staatsgreep de extremistische partijen en werd een nationale autoritaire regeering gevormd door den Lettischen patriot K. Ulmanis, die als Leider (Vadomis) van het Lett. volk optreedt.

Lit.: R. Q. G. Urch, Latvia, Country and People (1935); B. Siew, L.’s Volksund Staatswirtschaft (1925).

D) Lettische taal en letterkunde.

De Lettische taal behoort tot het ➝ Baltoslavisch en bevindt zich nog in een ontwikkelingsstadium. De orthographie werd eerst vastgesteld in 1918; de cedille onder medeklinkers beduidt zachte (gejotiseerde) uitspraak; diphtongen worden gesplitst uitgesproken. De schrijf- en literaire taal heeft zich ontwikkeld uit het midden-Lettisch; er is een groote invloed van het Duitsch op de Lettische syntaxis.

Het oudste document in het Lettisch is een Catechismus Catholicorum (1585). Luthersche bijbelvertalingen kwamen in de 17e e. tot stand; tijdschriften en nieuwsbladen eerst in de tweede helft der 19e e., toen men ook het volksepos begon te verzamelen, dank zij Chr. Valdemars, J. Alunans en Chr. Barons. De letterkunde is nog zeer jong; dichters van den nieuwen tijd zijn: Rainis, Blaumanis; romanschrijvers: V. Skalte, M. Leipa, Valdes en Ezerius.

Lit.: Endzelin, L. Grammatik; J. Dyneley Prince, Grammar of the L. Language; Brandt, Latvian-Engl. Dict.; Ozolin en Endzelin, L. D. Wörterbuch; Urch, Latvia (1935).

v. Son.

< >