Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Vulkaan

betekenis & definitie

Een plaats, waar het → vulkanisme actief is. Al naar den aard der producten zijn verschillende typen te onderscheiden. Bij uitsluitend vast materiaal en explosieve erupties ontstaan de „maare” (Duitsche term) d.w.z. diepe trechtervormige gaten met een lagen ringwal van asch en slakken (aschwal), zooals ze thans nog voorkomen in den Eifel (Laacher See o.a.). Actieve „maare” zijn niet bekend.

Produceert de v. uitsluitend lava en wel dun vloeibare bij geringen gasdruk, dan ontstaat een schildvulkaan of aspiet, een vlakke, zacht gewelfde verhooging, waarbij de lava in een lavameer aan den dag treedt. De Mauna Loa op Hawaiï is een voorbeeld. De overige v. produceeren zoowel asch als lava, het lichaam van den v. is uit afwisselende lagen asch en lava opgebouwd, stratovulkaan. Bij zeer taaie lava ontstaat boven aan de kraterpijp een lavaprop, die soms den geheelen krater opvult (Merapi).

Men spreekt dan van cumulovulkaan. Deze proppen geven aanleiding tot gloedlawines door afbrokkelen van de prop of gloedwolken, als het gas in horizontale richting onder de prop ontsnapt, in tegenstelling tot de pijnboomvormige of bloemkoolachtige (bij geringeren gasdruk) aschwolk der andere vulkanen (→ Eruptie). Den krater noemt men de in verhouding tot haar diepte niet zeer wijde trechtervormige inzinking, waar de activiteit zich het sterkst uit.

Lang niet altijd bevindt hij zich aan den top, dikwijls verplaatst hij zich tijdens de verschillende eruptieperioden.

Vele vulkanen (Etna) hebben dan ook meer dan één krater. Parasitaire kraters bevinden zich soms op de hellingen der v., ze kunnen daar ook kegels van asch en slakken vormen: adventiefkegels. Produceert zoo’n parasitaire krater vnl. lava, dan spreekt men van bocca (Ital., = mond).Bij sommige v. vindt men in plaats van den krater een caldera (Port., = ketel), een wijde (tot 20 km) ondiepe inzinking, waarbij zich veelal nog nieuwe v. hebben gevormd. Zij ontstaan door instorting, waarschijnlijk na uitblazing van den vulkaanhaard na heftige erupties, waarbij misschien ook de verbinding van haard en krater, de kraterpijp, wordt uitgeschuurd. Voorbeelden zijn het Tenggergebergte, de Krakatau, de Vesuvius. Zie ook → Eruptie; Vulkanisme. Jong.

< >