(scheik.). Wanneer men in een oplosmiddel een stof oplost, blijkt het smeltpunt van de oplossing lager te zijn dan van het zuivere oplosmiddel. Voor deze v. gelden dezelfde wetten als voor ➝ kookpuntsverhooging, d.w.z. de smeltpuntsverlaging is evenredig met het aantal opgeloste deeltjes. Men kan dan ook uit de waargenomen v. het moleculairgewicht van een onbekende stof bepalen.
Deze methode heet kryoscopie. Onder kryoscopische constante verstaat men de v., die men verkrijgen zou bij oplossen van een grammolecule in 100 gram oplosmiddel.
A. Claassen.