is de temperatuur, waarop water vast wordt en ijs vormt, onder een druk van 760 mm kwik. Deze temperatuur is zeer standvastig en wordt gebruikt om de schaalverdeeling van den thermometer op te maken. Door drukverhooging kan men het water beletten bij zijn normaal v. vast te worden. Bij een oplossing is het stolpunt lager dan het normaal v. van water (zie ➝ Vriespuntsverlaging).
Water in overafkoeling kan tot meerdere graden onder zijn normaal v. dalen zonder te bevriezen (zie ➝ Oversmelting).J. Wouters.