1° Gerard, econoom. * 1 Maart 1865 te Leiden, † 18 Dec. 1937 te Bloemendaal. Na zijn promotie op het proefschrift „Personentarieven van spoorwegen. Stelsels en critiek” vestigde V. zich in 1891 als advocaat en procureur te Amsterdam, waar hij in 1895 secretaris der Ver. voor den Effectenhandel werd. In 1897 volgde zijn benoeming tot lid der directie van de Kasvereeniging te Amsterdam, in 1900 tot directeur der Amsterdamsche Bank, in 1906 tot president van De Javasche Bank te Batavia, in welke functie hij zich verdienstelijk maakte o.a. door de muntzuivering.
In 1911 ontving V. de zeer eervolle opdracht van de Chineesche regeering om als haar adviseur voor munt- en bankzaken op te treden. Zijn in 1913-’14 verschenen werk On Chinese currency was een der vruchten van deze werkzaamheid. In 1912 volgde zijn benoeming tot president van de Ned. Bank, welke functie hij bekleed heeft tot 1932.
Ook buiten het gebied zijner ambtelijke bezigheden heeft V. zich groote verdiensten verworven. Zoo nam hij het initiatief tot bijeenkomsten van vooraanstaande financiers en economen uit binnen- en buitenland tot vertrouwelijke bespreking van de middelen, die konden leiden tot het economisch herstel van Europa. Deze bijeenkomsten hebben geleid tot het Memorandum van 16 Jan. 1920, dat den stoot gaf tot verschillende economische en financieele conferenties in de jaren 1920-’22 (o.a. te Brussel en Genua).
In laatstgenoemd jaar werd V. benoemd tot voorzitter der internationale conferentie van deskundigen, welke op verzoek der Duitsche regeering te Berlijn bijeenkwam.
Zoo was V. ook voorzitter van de Staatscommissie voor het muntwezen, in 1921 door de Ned. regeering ingesteld, en maakte hij in 1924 een reis naar Z. Afrika om de Z. Afrikaansche regeering van advies te dienen in zake het herstel van den gouden standaard. En zoo werd hij ten slotte in 1931 opgenomen als lid in den Raad van Beheer der Bank voor internationale Betalingen, in welke functie hij in 1932 door mr.
L. J. A. ➝ Trip vervangen werd.Verdere werken: o.a.: De economische beteekenis van de afsluiting en drooglegging van de Zuiderzee (samen met H. C. v. d. Houven v. Oordt, 1898); Muntwezen en circulatiebanken in Ned.-Indië; Problèmes internationaux économiques et financiers (1920).
2° Simon, staatsman en economist. * 23 Juni 1818 te Amsterdam, † 21 Aug. 1888 te Ellecom. Volgde in 1850 Thorbecke als hoogleeraar te Leiden op. Nam het initiatief tot de oprichting der Vereeniging voor de statistiek in Nederland. Van 1879 tot 1881 minister van Financiën.
Voorn. werken: Het wisselrecht der 19e eeuw (1850); Handboek van practische staathuishoudkunde (2 dln. 41878); Herinneringen (3 dln. 1863-’72); Handleiding tot het statistisch onderzoek (1875). — Lit.: Nw. Ned. Biogr. Wbk. (X).