Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Vingergras

betekenis & definitie

(Panicum), een plantengeslacht van de fam. der grassen; omvat 300 soorten, die vooral in warme streken groeien. Zie ➝ Bengaalsch gras. In onze streken vindt men op vochtigen zandgrond vrij algemeen den hanepoot [P. (Echinochloa) Crus galli)] met gegolfde bladeren, terwijl het glad v. [P. (Digitaria) lineare] en bloedgierst (P. sanguinale) op bouwland en in tuinen zeldzaam zijn. Pluim- of vogelgierst (P. miliaceum) met overhangende pluimen wordt gekweekt vooral in Azië en ook in Italië, waar men er het pan di miglio, een zeer voedzame broodsoort, van bakt.

Verder wordt er in Roemenië bier uit gebrouwen en brandewijn uit gestookt en dienen de zaden als voedsel voor kooivogels.Bouman.

< >