Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Vezelstoffen

betekenis & definitie

De vezels uit het planten-, dieren- en mineralenrijk, welke als grondstoffen gebezigd worden bij het spinnen van draden, hetzij met de hand of machinaal, zooals ➝ katoen, ➝ vlas, ➝ hennep, ➝ jute, sisal- en manillahennep, ➝ cocosvezel, ➝ kunstzijde, celwol (op bep. lengte, bijv. 4 à 8 cm, gesneden kunstzijden vezels), afvalzijde, ➝ wol en haar; asbest en glas. Synthetische wol, product verkregen uit ondermelk, ook melkwol, kaaswol, lanital (Ital.) genoemd. Wanneer de melk ten behoeve van de boterfabricage is afgeroomd, blijft ondermelk over, waaruit caseïne gefabriceerd wordt. Deze caseïne wordt door middel van meng- en splitsingsapparaten onder toevoeging van water en andere stoffen toe een viscose-achtige substantie gevormd.

Deze substantie wordt zgn. versponnen op een wijze, soortgelijk aan die van de kunstzijde. Ter verwijdering van het zwavelzuur passeert de verkregen draad een zoutbad, wordt hierna gespoeld en vervolgens in vezels gesneden, welke op hun beurt gedurende een bepaalden tijd in een fixeerbad ondergedompeld worden. De vezel wordt op gewone wijze evenals wol versponnen, ofwel vermengd met wol, ofwel alleen. Het verkregen product heeft vele karaktereigenschappen van de natuurwol.

In tegenstelling met wol is de oppervlakte van de vezel glad. Handels.

< >