Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Ultraviolet

betekenis & definitie

Electromagnetische straling van kortere golflengte dan het uiterste violet, uitgezonden door een lichtbron in gewonen zin. Het u. in engeren zin strekt zich uit tusschen de golflengten 400 en 200 μμ, hoewel ook de straling met nog kleinere golflengte (gemeten tot ongeveer 10 μμ) er eigenlijk toe behoort. Het u. kan zoowel een continu als een lijnen- of bandenspectrum vertoonen, afhankelijk van den toestand van het emitteerende lichaam. Belangrijke bronnen voor u. zijn de zon (de grens van de straling ligt bij 290 μμ de kortere golflengten worden door de atmospheer geabsorbeerd) en de kwartskwiklamp (→ „hoogtezon”), die een lijnenspectrum geeft.

Het menschelijk oog is in het algemeen ongevoelig voor u., hoewel bij een zeer groote intensiteit en onder gunstige omstandigheden een kleurlooze, grijze indruk verkregen wordt. U. werkt sterk in op een photographische plaat, van welke eigenschap bij het onderzoek van deze stralen dan ook gewoonlijk gebruik gemaakt wordt. Bij verschillende chemische processen heeft u. een merkbaren invloed op het tot stand komen van de reactie of op de reactiesnelheid. Gassen, die met u. bestraald worden, worden geïoniseerd (bijv. de in de atmospheer voorkomende ionen zijn ten deele door de u. zonnestralen gevormd).

Zeer veel stoffen vertoonen bij bestraling met u. een sterke en voor de stof karakteristieke → luminescentie. Nu men tegenwoordig over lampen beschikt, die slechts u. van bepaalde golflengten met merkbare intensiteit uitstralen, is deze eigenschap in handel, industrie en techniek zeer belangrijk voor het herkennen en keuren van bepaalde stoffen (bijv. een versch ei fluoresceert rood, een oud ei blauw). Ook biologisch is het u. zeer belangrijk: door een gemis of tekort aan u. bestraling, hetzij afkomstig van de zon of van een kunstmatige bron, ontstaan sommige ziekten (rachitis) en wordt het ontstaan van verschillende ziekten (ook infectieziekten) in de hand gewerkt (scrofulose, tuberculose).

Echter heeft u. van kortere golflengte dan door de zonnestraling geleverd wordt in het algemeen een schadelijken invloed op de weefsels.

Vele stoffen absorbeeren het u., ook bijv. glas (zie echter → Uviolglas). Het onderzoek dezer stralen geschiedt daarom (tot ongeveer 200 μμ) met lenzen en prisma’s van kwarts of vloeispaat. Voor nog kleinere golflengten absorbeeren ook deze stoffen, terwijl bovendien de absorptie door de lucht storend wordt. Het onderzoek vindt dan plaats met behulp van een geëvacueerde → spectrograaf, waarin een metaalrooster de noodige dispersie geeft, gecombineerd met gelatinevrije photographische platen (Schumann).

De onderste grens van de op deze wijze onderzochte u. straling valt ongeveer samen met de bovenste grens van de gemeten golflengten der röntgenstralen (15 μμ).Voor de toepassing van ultraviolet licht in de geneeskunde, zie onder → Lichttherapie. Rekveld.

< >