Geeltot roodbruine, weeke of kristallijne massa of daaruit bereid licht-grijsbruin poeder, bestaande uit den aan de lucht geheel of ten deele hard geworden balsem, gevloeid uit den verwonden stam van Myroxylon toluiferum (➝ Balsemboom). Bestanddeelen: 80 % hars, verder cinnameïne, benzoëzuur, kaneelzuur en vanilline. T. wordt bij zachte verwarming week, en is gemakkelijk oplosbaar in spiritus.
In de geneesk. in- en uitwendig gebruikt. De oplossing in chloroform dient om pillen te vernissen.
Lit.: Comm. Ned. Pharm. (II 1926).