Balsem - balsamum, oplossing van harsen in aetherische oliën, soms nog vermengd met aromatische zuren of hunne esters. Men wint ze door het inkerven van boomen of struiken of door uitpersen of uitkoken van bladeren.
B. is dik vloeibaar, van lichtgeel tot donkerbruin gekleurd, en meestal welriekend. Aan de lucht ontstaan uit b., door verdamping der aetherische olie of door polymerisatie, harsen, analoog aan die, welke voor lakken en vernissen gebruikt worden. Belangrijk zijn Kopaiva-, Mekka-, Peru- en Tolubalsem, storax en de terpetijnen (o.a. Canada- en Karpatische b.). B. wordt medicinaal gebruikt en dikwijls nagemaakt. Verschillende welriekende b., zooals Peru- en Tolubalsem, en storax, worden evenals welriekende harsen [benzoë, myrrhe, poponax, olibanum (wierook)] in de parfumerieën gebruikt om hun geur. zie Balsemboom. Prins/Tellegen.De Mekkabalsem (liturgisch) werd van oudsher, als zinnebeeld derwerken van de goddelijke natuur, toegevoegd aan de olijfolie, tot de wijding van het II. Chrisma gebruikt. Door verschillende pausen (Pius V e.a.) werd later toegestaan in zekere gevallen er een ander gelijkwaardig plantensap voor aan te wenden.
Zwarte Indische balsem, zie Copaivabalsem.