(viaticum), een spijs, namelijk de H. Communie, welke den stervende moet sterken op zijn reis naar de eeuwigheid. Het ritueel dezer plechtigheid is op de uitreikingsformule na hetzelfde als dat voor de Communie der zieken (Rituale Rom. tit. IV, cap.
IV). Het nuchter blijven is voor de H. Teerspijze geen vereischte.Lit.: L. Eisenhofer, Handb. d. Liturgik (II 1933, blz. 323). Verwilst.