Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Sueeren

betekenis & definitie

(waterbouwk.) is uitwateren, gewoonlijk op het buitenwater; bij wisselende buitenwaterstanden geschiedt dit door middel van een suatiesluis. Is de toevoer door de bestaande waterloopen naar deze sluis onvoldoende, dan graaft men een suatiekanaal. Een suatiesluis, gewoonlijk te bouwen in een buitendijk, bestaat bij kleine afvoeren uit een of meer kokers van metselwerk of gewapend beton met een rechthoekige of gewelfde doorsnede; bij groote afvoeren laat men de kokers aan de bovenzijde open. Behoeven slechts hooge buitenwaterstanden gekeerd te worden, dan bestaat de beweegbare afsluiting uit enkele of dubbele houten deuren, die vanzelf dichtklappen (wachtdeuren); moet bij laag buitenwater ook het binnenwater op peil gehouden worden, dan moeten hetzij zgn. waaierdeuren (→ Sluisdeur), hetzij schuiven toegepast worden.

Bij groote sluizen maakt men gewoonlijk ijzeren „rolschuiven” of „Stoneyschuiven” met contragewichten. P. Bongaerts.

< >