Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Storm (persoon)

betekenis & definitie

Lambertus Dominicus, Ned. Katholiek politicus. * 25 Maart 1792 te Breda, † 3 Juni 1859 te Den Haag. Kamerlid 1844-’47 (voor Noord-Brabant), 1849-’69 (district Breda). Bekend als overtuigd Thorbeckiaan, behoorde S. in 1844 tot de ➝ „Negenmannen” en was lid van de grondwetscommissie van 1848.

Als zoodanig formuleerde hij de Kath. wenschen, waarvoor Thorbecke „een bijzondere belangstelling” toonde. S. overleed aan hartverlamming, terwijl hij in de Tweede Kamer een rede uitsprak.Lit.: Witlox, Kath. Staatspartij (II 1927). Verberne.

2° Theodor, Duitsch schrijver van romantische lyriek, vaak in den stijl van het volkslied en van een groot aantal boeiend verhaalde, sierlijk gestileerde novellen, die een zachte lyrische stemming en een uitgesproken Noordduitsche ➝ Heimatkunst verbinden met fijne psychologische opmerkingsgave, straffe compositie en zin voor milden, humanen humor. In enkele van zijn schoonste verhalen wendde hij een licht archaïseerenden kroniekstijl aan (bijv. in Der Schimmelreiter, 1888, zijn meesterstuk). * 14 Sept. 1817 te Husum, † 4 Juli 1888 te Hademarschen.

Uitg.: d. A. Koster (8 dln. 1919).

Lit.: R. Pitrou, La vie et l’oeuvre de T. S. (1923); G. Alfers, T. S. novelliere (1928); Lenhartz, Die lyrische Einlage bei T. S. (1933). Baur.

< >