Twee spiegels S, en S2, waarvan de normalen een zeer kleinen hoek vormen,geven van een lichtbron L twee virtueele beelden L, en L2, die zeer dicht bij elkaar zijn gelegen. L, en L2 fungeeren als twee cohaerente lichtbronnen, die aanleiding geven tot interferentieverschijnselen (→ Interferentie).
Op een scherm Sch zal bij gebruik van monochromatisch licht uitdooving zijn op die plaatsen P, waar LtP en L2P juist (n +1/2) A verschillen (n is een geheel getal, A is de golflengte). Een maximum van helderheid ziet men daar, waar het optische wegverschil nA bedraagt.
Op het scherm ontstaat een systeem van afwisselend donkere en lichte strepen. W.
Dekkers.