Patriarch, Kerkvader. * Ca. 560, ✝ 638. S., waarsch. eerst leeraar der rhetorica, werd monnik, reisde met Johannes Moschus naar Egypte en naar Rome.
In Palestina terug, werd hij de machtigste verdediger der ware leer tegen het → Monotheletisme. Hij trachtte door reclitstreeksche besprekingen de kopstukken der dwaling terug te brengen.
Zoo onderhandelde hij in Alexandrië met patriarch Cyrus en in Konstantinopel met patriarch Sergius. In 634 werd hij patriarch v.
Jerus. Een tweedeelig werk tegen de ketterij met 600 citaten uit oudere Vaders ging verloren.
S. schreef het Leven van de Egyptische martelaren Cyrus en Joannes, met Moschus samen het Leven van Joannes den Aalmoezengever en hij redigeerde het Pratum spirituale van Moschus. Het Leven van Maria van Egypte is hem wel ten onrechte toegeschreven.
Verder zijn er gedichten en preekcn van hem overgeleverd. Dogmatisch belangrijk is vooral zijn preek op Maria-Boodschap.
Franses.Lit.: Bardenhewer, Gesch. altkirchl. Lit. (V 1932).