Instrumentaal stuk (solo, duo, ook trio), meestal een cyclus van 3 of 4 contrasteerende deelen, waarvan, sinds de tweede helft der 18e eeuw, het eerste doorgaans den zgn. sonatevorm bezit. Lang voordien had men allerhande instrumentale composities als s. bestempeld.
In de 17e eeuw kende men naast de strenger gecomponeerde kerksonate (sonata da chiesa) de uit dansvormen bestaande kamersonate (sonata da camera), die nauwelijks van de suite te onderscheiden is en zich hierin ook oploste. Als triosonate zijn beide concepties druk beoefend.
De ontwikkeling der vormen in de sj'mphonie vond daarna weerklank in de s., die dan ook alle evoluties doormaakte. de Klerk.