1° Afdeeling (residentie) van de prov. Oost-Java.
Opp. 3 527 km2; hiervan 105 102 ha droge en 180 990 ha natte sawahvelden. 1 904 674 inw. (eind 1930), w.o. 30 519 Eur., 53 675 Chin. en 7 221 andere Vreemde Oosterl. De Inh. bevolking is 95% Jav., voor het overige meest Madoereesch.
Taal Jav. (als uitzondering Madoereesch). Rijst en maïs; suiker als ondememingcultuur is zeer belangrijk.
Er wordt petroleum gewonnen en geraffineerd.2° Regentschap van de gelijknamige afd.; opp. 763 km2; 571411 inw. (eind 1930), w.o. 26 145 Eur., 39 276 Chin. en 5 716 andere Vreemde Oosterl.
3° Hoofdplaats van de prov. Oost-Java en van afd., regentschap en district S. (XIV 496 H3) (zie afb. 1 op de pl. t/o kol. 513 in dl. XIV); zetel van den apost. prefect van S.; 341 675 inw. (eind 1930), w.o. 25 900 Eur., 38 871 Chin. en 5 629 andere Vreemde Oosterl. S. ligt aan de Straat Madoera; de Kali Mas doorsnijdt de stad. Het klimaat is er zeer warm. Evenals Batavia en Semarang heeft S. een handelswijk en een woonwijk. De Eur. wonen thans in de Zuidelijke gezonde wijken: Kajoen, Goebeng, Kepoetran, Sawahan. In de handelswijken zijn uitsluitend kantoren en winkels, waarachter in kampongs Inheemschen en Vreemde Oosterl. wonen. Ondanks dat er in de laatste kwart eeuw afwatering en rioleering, reinigingsdienst en volkshuisvesting veel verbeterd zijn (het sterftecijfer daalde van 5,6% in 1919 tot 2,1% in 1931), is er te S. op dat gebied nog zeer veel te doen. Door gunstige ligging aan een beschutte kust groeide S. tot de drukste handelsstad van Ned.-Indië. Van bijzonder groote beteekenis was de totstandkoming van zijn zeehaven in 1916. Van de vele culturen in het achterland is de suikercultuur de voornaamste; van het welvaren dezer cultuur hangt voor een belangrijk deel de welvaart van S. af.
Invoer (bruto-gewicht) Uitvoer (bruto-gewicht)
Jaar in tons van 1 000 kg in % v. d.
invoer van Java in tons van 1 000 kg in % v. d.
uitvoer van Java
1933
1934
1935 335 045 277 723 267 054 35,05
33,15
32,22 847 697 905 188 943 846 35,52
38,57
40,87
Vele bankinstellingen, handel- en scheepvaartmaatsch., machinefabrieken e.d.zijn er gevestigd of vertegenwoordigd. De Soerabajasche Handelsvereeniging dient de gemeensch. belangen van handel en industrie. De petroleumindustrie met boorterreinen in en nabij S. is van belang. Verder is S. garnizoensplaats en marine-basis.
S. heeft tal van onderwijsinstellingen, o.a. de Ned.Ind. Artsenschool (N.I.A.S.) en een H.B.S. De K.N.I.L.M. geeft dagelijks luchtverbinding met Semarang, Bandoeng en Batavia. De Kunstkring organiseert tentoonstellingen e. d.
Kath. leven. S. kreeg in 1822 zijn eerste Kath. Kerk; in 1862 de eerste Kath. jongensschool (Broeders van den H. Aloysius), in 1863 een meisjesschool (Ursulinen). In de laatste kwart-eeuw groeide het Kath. leven sterk. In 1928 namen de Lazaristen de geestelijke bediening van een deel van Oost-Java met S. als centrum van de Jezuïeten over.
Thans heeft S. vier Kath. kerken, een Kath. ziekenhuis, tal van Kath. Muloe.a. scholen, zoowel voor Europ., Inh. als Chin. kinderen. Vele vereen, op godsd., charitatief, sociaal, politiek en wetensch. gebied.
Lit. : Encyclop. van N. I.; G. II. v. Faber, Oud-S. en Nieuw-S.; Ver. voor locale belangen, 25 jaren decentralisatie (1905-’30) ; Handelsverecn. S., jaarverslag 1936; Ind. verslag (II 1936); Jaarb. 1937 (uitg. v. h. Centr.
Missiebureau te Batavia); J. H. v. d. Velden, De R.K. Missie in N. I. 1808-1908 (1908). Brokx.