Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Madoereesch

betekenis & definitie

Indonesische taal, in twee hoofddialecten gesproken op het eiland Madoera en omliggende kleinere eilanden, benevens in die gedeelten van Oost-Java, waar zich in den loop der laatste eeuwen Madoereezen in grooten getale gevestigd hebben. Daar Madoera eeuwenlang onder Javaansch bestuur heeft gestaan, is het Javaansch tot in de vorige eeuw de omgangstaal der beschaafde kringen geweest en de eenige taal, die als voertaal der letterkunde in aanmerking kwam. Toen het Javaansch in de vorige eeuw zijn positie verloor, kwam er niet de landstaal voor in de plaats, doch het Maleisch.

Pas in de laatste jaren komt het M. zelf wat meer op den voorgrond, o.a. door invoering van onderwijs in de landstaal.De Javaansche invloed heeft ook het ontstaan van een oorspronkelijke Madoereesche letterkunde zeer tegengewerkt. Slechts enkele origineele geschiedwerken zijn in de landstaal geschreven. Voor de rest las men Javaansche boeken, of kregen de ongeletterden ze verklaard door een tokang tegghes, een beroeps„verduidelijker” ; ook de geschreven Madoereesche werken zijn meestal bewerkingen van Javaansche geschriften.

H. N. Kiliaan schreef een Mad. grammatica (Batavia 1897), een Ned.-Mad. en een Mad.-Ned. Woordenboek (resp. Batavia 1898 en Leiden 1904). De Mad. hss. der Leidsche universiteitsbibliotheek zijn gecatalogiseerd door A. C. Vreede (1892) en H. H. Juynboll. Iets over de letterkunde deelt Sosrodanoekoesoemo mede in Djawa (7, 163 vlg.). Berg

< >