Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Slurf

betekenis & definitie

(Lat. proboscis), de sterk verlengde snuit bij verschillende zoogdieren, ontstaan door sterke ontwikkeling der spieren van het aangezichtsgedeelte, dat de uitwendige neusopeningen draagt. In de meeste gevallen dient de s. als een tastorgaan, zooals bij den tapir; bij olifanten echter fungeert de zeer verlengde s. tevens als grijporgaan.

Ook bij de ongewervelde dieren worden dikwijls vooruitstekende monddeelen s. genoemd, bijvoorbeeld het zuigapparaat bij de kamervlieg.L. Willems.

< >